-8-
ratie van de hele kerk te betalen; de overheid zal altijd heel uitdrukkelijk moeten
bijspringen wil zij deze monumenten behouden.
Het betoog van Wethouder Van Gils heeft de bezwaren van Mevrouw BOGMANS
niet weg kunnen nemen. Zij herhaalt het een goede zaak te vinden dat monumenten
worden gerestaureerd en ook het stimuleren van de werkgelegenheid is een goede zaak.
Maar nog steeds vraagt zij zich af of een gemeente zo'n grote bijdrage moet leveren
in het restaureren van een kerk wanneer Monumentenzorg het niet kan 'betalen. Zij vraagt
zich dan ook af of de gemeente, wanneer er in de komende jaren meer subsidie-aan
vragen voor de restauratie van deze kerk komen, dit zal kunnen blijven betalen.
De geluiden welke zij nu van het college hoort zijn duidelijk anders dan die welke
het college ongeveer een jaar geleden tijdens een commissievergadering van de commis
sie Algemene en Juridische Zaken liet horen. Toen was het standpunt dat de gemeente
natuurlijk niet de eerst aangewezene is om een subsidie in de restauratie van kerken
te leveren. Omdat de kerken een beeldbepalend monument zijn is toen gesteld dat er
tweemaal 50.000,beschikbaar gesteld zou worden. Als zij nu beluistert dat er
waarschijnlijk nog meer aanvragen voor subsidie zullen komen dan vraagt zij zich
toch af of de gemeente die subsidiebedragen wel zal kunnen blijven dragen gezien
de bezuinigingen die de gemeente worden opgelegd.
Wethouder VAN GILS antwoordt dat zowel de Raad als het college vinden
dat dit monument gerestaureerd moet worden. Wanneer gewacht moet worden op het moment
dat Monumentenzorg voldoende middelen beschikbaar heeft voor een algehele restauratie
dan zou dat weieens heel lang kunnen duren. Nu doet zich de gelegenheid voor om
via een pot van het ministerie van Sociale Zaken althans iets aan deze kerk te doen.
De Wethouder raadt daarom eenieder aan eens op het kerkplein op een mooie middag
te gaan kijken om te zien hoe slecht het gebouw erbij staat; daar moet dringend
iets aan gebeuren. Het college vindt het daarom verantwoord nu een bijdrage in de
restauratie te leveren omdat de gemeente ook bij totale restauratie aan bod zal
komen. Hij erkent dat 1/4 deel, het gemeentelijk aandeel in de totale restauratie
kosten van 850.000,--, een aanzienlijk bedrag is. Het is maar goed dat de gemeente
geen 20 van dergelijke kerkgebouwen op haar grondgebied heeft.
De Heer ROPS vraagt of deze restauratiekosten zijn ontstaan door achter
stallig onderhoud dan wel door overmacht.
Wethouder VAN GILS zet uiteen dat ieder gebouw onderhoud nodig heeft.
We hebben allemaal een huis en daaraan moet van tijd tot tijd zogenaamd klein onder
houd worden gepleegd en om de zoveel tijd heeft dat een grote opknapbeurt nodig.
Wanneer er echter sprake is van een gebouw met de ouderdom van deze kerk komen er
geheel andere zaken om de hoek kijken; de meeste huizen van die leeftijd staan er
al niet meer. Een voorbeeld van die werkzaamheden vormt het voegwerk van de hele
kerk wat dringend onder handen genomen moet worden; dat is iets wat niet tot de
normale onderhoudswerkzaamheden hoort. Van de eerder ter beschikking gestelde
50.000,is het kleine torentje gerestaureerd; was dat niet het geval geweest
dan had het nu waarschijnlijk op het kerkplein gelegen. Op een gegeven moment zijn
bepaalde dingen gewoon aan vernieuwing toe.
De Heer VAN DER WESTERLAKEN is van mening dat het gebouw waardevol genoeg
is om behouden te blijven. Het navrante van de hele zaak is echter dat het verval
eigenlijk niet groot genoeg is want dat blijkt de laatste jaren het beleid van Monu
mentenzorg te zijn. Door dit bedrag aan de aller noodzakelijkste dingen te besteden
kan de definitieve restauratie juist jaren worden opgeschoven. Het resultaat is
dat dit alles bij elkaar veel meer gaat kosten dan eigenlijk nodig zou zijn. Tot
slot zou hij van de Wethouder graag vernemen wat er nu allemaal wel aan het gebouw
gaat gebeuren want deze heeft wel opgesomd wat er allemaal niet gaat gebeuren.
Wethouder VAN GILS wijst erop dat dat allemaal in de ter inzage gelegde
stukken heeft gestaan. Die stukken blijven ook na deze vergadering beschikbaar.
Tot de uit te voeren werkzaamheden behoort in ieder geval het voegwerk; niet de
vervanging van het dak want er zijn geen werkloze leidekkers. Met opzet is gekozen
voor de kombinatie met een soortgelijk gebouw in Terheijden om aan de voorwaarden
van het ministerie van Sociale Zaken te kunnen voldoen. Een daarvan is dat het projekt
tenminste 130 werkbare dagen moet tellen.
De Heer TEUNISSEN steunt het voorstel van het college omdat daarmede
het groot onderhoud aan de kerk is gediend en het een ondersteuning van de werkgelegen
heid betreft.