I -19- fekomen euwkes- vanuit Leeuw- cht r rgedaan den daan. jzigingen da NIGINGEN nancien r ert ontbreekt oor end per ingen ert ubsidie ie- zal ren is toch iken sginnen 3a 3 VT 5P )ER" >P )F >P 22. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN GRONDPRIJZEN IN BESTEMMINGSPLAN "DE BUNDER" EN MACHTIGING TOT VERKOOP VAN BOUWGROND AAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld. 23. VOORSTEL TOT AANWIJZING VAN ONROERENDE GOEDEREN, GELEGEN IN DE BESTEMMINGSPLANNEN "DE BUNDER BEDRIJVENTERREIN", "GALDER-MIDDELTIEND" EN BOUWERIJ-STJACOBSSTRAAT" TOT AFZONDERLIJK BEHEER IN HET GRONDBEDRIJF. De Heer ROPS merkt op dat in het voorstel staat vermeld dat het bedrijven terrein De Bunder is vastgesteld bij raadsbesluit van 24 augustus 1984; hij veronder stelt dat dit wel 1983 zal moeten zijn. De Heer PEGEL wijst erop dat dit volgens het besluit 1982 moet zijn. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals op de agenda is voorgesteld. 24. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN HET BESTEMMINGSPLAN "DE DONK" TE ULVENHOUT. Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op de agenda is voorgesteld. 25. VOORSTEL TOT ONGEGRONDVERKLARING VAN HET BEROEPSCHRIFT VAN DE HEER J.H.M. GOVERS TEGEN WEIGERING VAN EEN BOUWVERGUNNING. Als voorzitter van de beroepscommissie geeft de Heer PLATZBEECKER een nadere toelichting. Er zijn twee vergaderingen nodig geweest om tot een advies aan het college te komen. De heer Govers heeft een zeer goed onderbouwd betoog gehouden met betrekking tot zijn hobby, het min of meer professioneel fokken van paarden. Tot daar ging alles goed maar het venijn zat in de staart want het kwam er een beetje op neer dat de heer Govers, ongeacht het advies, toch wel wegen wist om zijn hobby daar voort te zetten. Daar heeft de bezwarencommissie zich verder niet over uitgelaten en het heeft ook geen rol gespeeld bij de besluitvorming. Tegen de achtergrond van een consistent beleid ten aanzien van dit maatschappelijk waarde volle buitengebied is de commissie in grote meerderheid tot de konklusie gekomen dat het college in deze goed gehandeld heeft. Met uitzondering van één lid heeft de commissie daarom geadviseerd de beslissing van Burgemeester en Wethouders te handhaven. De commissie voegt daaraan toe dat deze situatie niet op zichzelf staat. De commissie krijgt meerdere soortgelijke situaties voorgeschoteld en het zou daarom een goede zaak zijn het beleid en de uitvoering van dat beleid nog eens een keer de revu te laten passeren, wetende dat dit erg moeilijk is. De Heer PAULUSSEN maakt zich bekend als het lid van de beroepscommissie dat zich niet helemaal konformeert aan het advies. Hij is het met het college eens dat de ongegrondverklaring juridisch helemaal in orde is. In de beroepscommissie heeft hij echter gepleit voor het toepassen van een zeker humaan beleid, gezien de bijzondere omstandigheden waaronder de heer Govers zijn paardenstal is ontvallen. Hij stelt daarom voor de heer Govers alsnog een tijdelijke vergunning te verlenen in afwachting van een definitieve huisvesting die wel aan de voorwaarden voldoet. De VOORZITTER konkludeert dat de Raad instemt met het advies om het beroepschrift van de heer Govers ongegrond te verklaren met inachtneming van één tegenstemmer De Heer PAULUSSEN bepleit een tijdelijke bouwvergunningHij legt zich echter neer bij de uitspraak tot ongegrondverklaring. De VOORZITTER stelt dat de Raad daar staande deze vergadering geen uit spraak over moet doen. Dat is een andere zaak dan de voorliggende. De heer Govers kan bij openbare werken terecht om daarover informatie te krijgen voorzover hij die zelf al niet kent. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming,unaniem,besloten zoals op de agenda is voorgesteld.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 165