-4- Ten tijde van het opstellen van het ontwerp-bestem- mingsplan "Den Berg" kon van gemeentewege nog geen alternatief worden geboden voor de vestiging van bedrijven op een bedrijven terrein. In dit verband werd het werkgelegenheidsaspect zo zwaarwegend geacht, dat er voldoende aanleiding bestond om de bestemming van voornoemde percelen te wijzigen in "Ambachtelijk Bedrijf". Inmiddels zijn de omstandigheden zodanig gewijzigd, dat er een goedgekeurd bestemmingsplan "Bedrijventerrein De Bunder" aanwezig is, dat beoogt vestigingsmogelijkheden te bieden aan plaatselijke bedrijven, die elders in de gemeente geen vestigings- c.q. uitbreidingsmogelijkheden hebben. Naar verwacht wordt zal met de realisering van dit bestemmings plan medio 1985 een aanvang kunnen worden gemaakt, zodat thans perspectief bestaat op een alternatief en derhalve de noodzaak tot het handhaven van de nieuwvestigingsmogeli jkheid van bedrijven in het kader van het bestemmingsplan "Den Berg" niet meer aanwezig is. Overigens zou het scheppen van een nieuwvestigings mogeli jkheid ter plaatse afwijken van de algemeen gevolgde beleidslijn, die erop is gericht om uitbreiding of nieuwves- tiging van niet-agrarische bedrijving in het buitengebied tegen te gaan, hetgeen een precedentwerking ten opzichte van andere niet-agrarische bedrijven zou betekenen. Afweging van alle in het geding zijnde belangen leidt tot de conclusie, dat het ontwerp-bestemmingsplan "Den Berg" gewijzigd dient te worden vastgesteld. Bedoelde percelen dienen derhalve bij de vaststelling van het bestemmingsplan buiten het plangebied te worden gehouden, waardoor de bestemming blijft "Agrarisch gebied met landschappe lijke waarde", overeenkomstig het vastgestelde bestemmingsplan "Buitengebied" De ingediende bezwaren tegen de bestemming "Ambachtelijk Bedrijf" en "Agrarisch gebied onbebouwd" met wijzigingsbevoegd heid tot "Ambachtelijk Bedrijf" op de percelen D 4247 en 4248 worden derhalve gegrond verklaard en kunnen, voor zover deze betrekking hebben op vermeende geluid- en stankhinder c.q. luchtverontreiniging verder buiten beschouwing worden gelaten. De door reclamanten ingebrachte bezwaren tegen het gebruik van perceel D. 4248 als opslagplaats voor materialen zijn niet relevant in het kader van de vaststelling van dit bestemmingsplan en dienen derhalve thans buiten beschouwing te worden gelaten. Ten aanzien van de bezwaren tegen de in het bestemmings plan opgenomen mogelijkheid tot verbreding van de Cauwelaerseweg wordt opgemerkt, dat omwille van de bereikbaarheid van dit gebied onder meer bij calamiteiten de mogelijkheid tot verbreding van deze weg dient te worden gehandhaafd. De bezwaren tegen dit onderdeel dienen derhalve ongegrond te worden verklaard. Voorts overwegende dat de Raad op 22 mei 1984 de beslissing omtrent de vaststelling van het bestemmingsplan "Den Berg" heeft verdaagd; dat de bezwaarmakers van dit verdagingsbesluit in kennis zijn gesteld bij brief d.d. 14 juni 1984;

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 264