-6-
zou kunnen leiden. Het overleg met Rijkswaterstaat zal echter
niet tot vertraging van de werkzaamheden mogen leiden. Aan een
adequate bebording zal de nodige aandacht worden besteed.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals
op de agenda is voorgesteld.
16. VOORSTEL TOT HET VERDAGEN VAN DE BESLISSING OP HET BEROEPSCHRIFT
VAN DE HEER W.J.N.P. KOCK TEGEN WEIGERING BOUWVERGUNNING
DE HEER PLATZBEECKER, voorzitter van de bezwarencommissie
deelt mede dat de commissie voor de behandeling van dit bezwaar
schrift bijeen zal komen op 24 oktober 1984 's avonds om 18.00
uur.
Hierna wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming
besloten zoals op de agenda is voorgesteld.
17. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN HET BESTEMMINGSPLAN "DEN BERG"
DE HEER BEEREPOOT vertolkt de mening van de meerderheid
uit de Raad wanneer hij om aandacht vraagt voor de situatie waarin
zich het bedrijf van de fa. Graumans bevindt en welke de volle
ondersteuning van de gemeente Nieuw-Ginneken verdient. Het zou
een slechte zaak zijn wanneer dit bedrijf voor Nieuw-Ginneken
en met name voor Ulvenhout verloren zou gaan. Hij pleit er daarom
voor dat het College samen met dit bedrijf zoekt naar een geschikte
vestigingsplaats buiten het bedrijventerrein De Bunder te Bavel.
DE HEER VAN DUN verklaart dat zijn fraktie de mening
is toegedaan dat de belangen van de fa. Graumans het beste worden
gediend door vaststelling van het oorspronkelijke ontwerp-bestemmings-
plan. De argumenten die hij daarvoor aandraagt betreffen de werkgelegen
heid welke door de fa. Graumans wordt geboden; er zijn evenveel
vóór als tegenstanders voor vestiging van dit bedrijf op Den Berg
en in het oorspronkelijke voorstel heeft het College zelf de motieven
aangedragen om wel vestiging toe te staan.
DE VOORZITTER zet uiteen dat bij de eerste presentatie
van het concept-bestemmingsplan Den Berg er nog geen mogelijkheden
tot vestiging van het bedrijf van de fa. Graumans op het bedrijven
terrein De Bunder te Bavel voorhanden was. Nu dit op korte termijn wel het geval
is is het College van mening dat moet worden vastgehouden aan
het beleid ten aanzien van het Buitengebied waarbij geen vestiging
wordt toegestaan van oneigenlijke bedrijven. Wanneer er een aanvaard
bare vestigingsplaats voor het bedrijf van de fa. Graumans in
Ulvenhout zou worden gevonden dan wil het College daar graag aan
meewerken; anderzijds blijft vestiging op het Bedrijventerrein
te Bavel mogelijk. De contacten tussen het College en de fa. Graumans
zijn intensief en het College zal daarom de nodige aandacht aan
deze kwestie schenken.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals
op de agenda is voorgesteld waarbij de heren Van Dun en Willemsen
laten aantekenen dat zij geacht moeten worden te hebben tegen
gestemd.
18. INFORMATIE TEN AANZIEN VAN HET STADSGEWEST, C.Q. VANUIT DE
STADSGEWESTRAAD
Er zijn geen mededelingen ten aanzien van het Stadsgewest
Breda