En hoewel er uitsluitend behoefte zou bestaan aan de vestiging van alleen een levensmiddelenzaak moet gesteld worden dat dat niet tot de mogelijkheden behoort. Een landelijke organisatie als de Spar was na anderhalfjaar genoodzaakt haar deuren te sluiten. Ook de kandidaten waarmee is gesproken zijn alleen bereid een winkel te vestigen wanneer daarin een volwaardig pakket kan worden aan geboden en daarvoor is een bedrijfsvloeroppervlak nodig tussen de 700 en 900m2. Dat betekent een forse stap die niet alleen gezet wordt in het belang van de zittende middenstand maar ook in het belang van de plaatselijke konsument. Het is daarom van belang op dit moment goede maatregelen te nemen opdat deze vestiging voor het dorp wordt veiliggesteld. Het is daarbij niet uitgesloten dat zich in de toekomst toch weer een middenstander aanmelt om zich met een zaak in het voormalige Sparpand te vestigen. Het college is bereid de Primarkt te wijzen op de mogelijkheden van het naastgelegen pand in de Dorpstraat en deze mogelijkheden samen met hem te onderzoeken. Ten aanzien van de waarde van de E.T.I.N.-rapporten stelt de VOORZITTER dat deze in het verleden voor een deel hun waarde hebben bewezen. Zij waren nood zakelijk in het kader van de vaststelling van bestemmingsplannen en de gemeente zal ze ook nu nodig hebben om een vuist te maken bij de provincie. Waar deze rapporten aangeven dat er nauwelijks argumenten zijn te vinden om een tweede supermarkt te realiseren betekent dit inderdaad dat er kopend publiek van buiten naar hier moet worden gehaald. Dat is een van de afwegingen die moet worden gemaakt bij de afweging van de maatschappelijke belangen welke meespelen bij de uiteindelijke invulling van het door de Raad vastgestelde komplan. De heer PAULUSSEN heeft zich niet door het indrukwekkend betoog van de voorzitter laten Q vertuigen si spreekt als zijn mening uit dat Breda een regionale funktie ten aanzien van supermarkten heeft te vervullen en niet UIvenhout. De heer BEEREPOOT stelt dat het niet de taak van de gemeente is te bepalen of de vestiging van een tweede supermakrt in Ulvenhout haalbaar is ja dan nee, dat is de taak van de ondernemer. Het is de taak van de gemeente om de randvoorwaarden te scheppen die deze vestiging mogelijk maken. Zijn fraktie kan zich daarom vinden in de intentie welke van dit voorstel uitgaat, met name het bieden van een stuk ondersteuning aan de winkelfunktie van het centrum van Ulvenhout. De reeds gevestigde middenstand zal er zijns inziens goed aan doen in te spelen op het konsumentengedrag in Ulvenhout. Aan de medewerking aan dit voorstel verbindt zijn fraktie wel de voorwaarde dat er grenzen worden gesteld aan het financiële risiko wat de gemeente wil dragen. Daartoe zullen op korte termijn in de commissie Financiën afspraken moeten worden gemaakt. In tegenstelling tot de heer Pegel is de heer VAN DER WESTERLAKEN van mening dat de gemeente wel nauw betrokken moet zijn bij de definitieve keuze van een vestigingsplaats van de tweede supermarkt in Ulvenhout. Hij kan in dat opzicht echter vrede hebben met de toezegging van het college de mogelijk heden rond het oude pand van de Spar nog eens serieus te zullen onderzoeken. De frakties van Gemeentebelangen Bavel, V.V.D. en P.v.d.A. stemmen in met het voorstelgezien in het li cht van hetgeen de Voorzitter staande de vergadering heeft toegelicht. De VOORZITTER zegt de Raad toe dat deze middels de commissies Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken en Financiën betrokken zal blijven bij de volgende deelstappen opdat de Raad niet voor verrassingen zal komen te staan wanneer het uiteindelijke raadsvoorstel zal worden behandeld. De Primarkt zal op de hoogte worden gebracht van de mogelijkheden nabij het voormalige Sparpand zoals de Raad die aanwezig acht. Dat laat echter onverlet uiteindelijk toch voor vestiging in de Grimhuysenstraat te kunnen kiezen.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 305