-8- Om te voorzien in de Ulvenhoutse behoefte aan een tweede levensmiddelenzaak is dit pand zeker groot genoeg maar daarbij wordt dan wel afgezien van de exploi tatieberekening van Primarkt zelf. Het aantrekken van een tweede supermarkt met een grotendeels regionale funktie zal een nog grotere verkeersdruk op de Dorpstraat geven. Hij vreest dat de financiële gevolgen van een en ander voor de gemeente veel groter zullen zijn dan thans door het college wordt voorzien. De heer VAN DER WESTERLAKEN is van mening dat het college wat al te lichtvoetig heenstapt over de leegstand van bestaande winkelpanden. Ook hij is van mening dat de tuin achter het Lindenhuis beslist mogelijkheden in zich bergt. Het zou volstrekt onjuist zijn wanneer verondersteld zou worden dat hij voorstander zou zijn van een aantasting van het dorpsgezicht door het Lindenhuis aan een supermarkt op te offeren. Aan de E,TI.N.-rapporten wordt door spreker geen al te grote waarde toegekend. Een van de schaduwkanten aan vestiging van de Primarkt te Ulvenhout is de dreiging die daarvan uitgaat naar de negen kleinschalige bedrijven in de voedingssektor in het bestaande winkel bestand van Ulvenhout en de mogelijke leegstand die daarvan het gevolg zou kunnen zijn. De door de voorzitter aangevoerde argumenten hebben spreker niet gerust gesteld. De heer VAN YPEREN stelt vast dat er meerdere raadsleden zijn die wel voelen voor zijn idee eerst te onderzoeken welke mogelijkheden tot uitbreiding van de Primarkt, bij vestiging in het oude Sparpand, er zijn bij gebruikmaking van de tuin van het Lindenhuis. Hij denkt daarbij bijvoorbeeld aan de mogelijk heid tot aanleg van een parkeerterrein in de achtertuin met een inrit langs bakker Arts en een uitrit langs het Lindenhuis. In de intentieverklaring zou kunnen worden opgenomen dat eerst deze mogelijkheid moet worden onderzocht alvorens wordt uitgeweken naar de Grimhuysenstraat. De heer PEGEL wil de keuze van een definitieve vestigingsplaats voor de nieuwe supermarkt overlaten aan de partikuliere ondernemer. Het is die ondernemer die het risiko draagt om die onderneming rendabel te laten draaien; daarbij heeft deze ook enig houvast aan het E.TI.N.-rapport waarin op een aan tal mogelijkheden en onmogelijkheden wordt gewezen. Wanneerdeze het dan aan durft een tweede supermarkt in Ulvenhout te stichten dan is dat zijn eigen ondernemersrisiko. Vestiging van deze nieuwe supermarkt hoeft niet te betekenen dat dan alle mensen plotseling naar deze supermarkt zullen gaan of omgekeerd dat de gevestigde bedrijven daaraan alleen profijt zullen hebben; dat zal voor een groot deel afhangen van hun eigen ondernemerschap. Spreker is van mening dat dit voorstel op zichzelf een goede zaak is maar er zal op heel wat punten nog het een en ander geregeld moeten worden, maar daarvoor is het ook een in tentieverklaring en geen kontrakt. De VOORZITTER vindt het niet onlogisch dat dit voorstel bij de Raad vele vragen oproept maar wil de diskussie anderzijds niet verloren laten gaan in details. Het besluit tot het aangaan van een intentieverklaring moet gebaseerd zijn op de grote lijn welke hij hiervoor heeft aangegeven. Hoe de verkeersbewegingen welke door deze nieuwe situatie ontstaan met aanvullende verkeersmaatregelen moeten worden begeleid is een zaak van later zorg. Ten aanzien van het kosten-batenplaatje stelt de VOORZITTER dat vrij exact valt in te schatten welke inrichtingskosten voor het terrein gemaakt moeten worden. Ook voor de aanvullende infrastrukturele maatregelen is een begroting te maken. Het is niet noodzakelijk dat de verkoopprijs geheel kostendekkend is voor al deze maatregelen. Het gemeente-bestuur heeft in deze de taak de kar te trekken door het aanbrengen van een goede infrastruktuur zoals dat ook elders in Ulvenhout wordt gedaan. Een fors deel van de totale kosten zal toch gedekt worden met de opbrengst van de te verkopen grond. Wat de maatschappelijke winst of het maatschappelijk verlies voor de zittende middenstand zal zijn valt niet exact in te schatten. Wel heeft de ervaring geleerd dat een trekker een goede zaak is voor de zittende middenstand.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 306