van de werkgroep behoorden, zoals de planologische aspekten en de financiële
onderbouwing. Zij vreest dat nq, instemmen met de grote lijnen van het advies
van de werkgroep zal leiden tot realisatie van twee sporthallen met een slechte
exploitatie. Zij is er met name voor bevreesd dat deze sporthallen zullen
gaan voorzien in de behoefte van Breda en andere omliggende gemeenten; in de
commissie A.J.Z. heeft zij dit reeds duidelijk laten merken.
Wethouder VAN GILS vraagt zich af wat er aan dit advies nog ont
breekt om daarmee niet te kunnen instemmen; het is allereerst uitvoerig aan
de orde geweest in de werkgroep zelf, daarna hebben Burgemeester en Wethouders
het advies voorgelegd aan de commissie A.J.Z. en het is ook nog aan de orde
geweest in de commissies Financiën en Welzijn. Daar waar mevrouw Bogmans zegt
dat volstaan zou kunnen worden met één sporthal nodigt hij haar uit aan te
geven waar deze dan zal moeten staan. Het college werkt reeds aan de uitvoering
van de door de heer Van der Westerlaken gestelde vragen. Ten aanzien van de
problematiek in Galder/Strijbeek is besloten de bejaarden onderdak te geven in
de Leeuwerik. Er wordt nu in die richting verder gewerkt. Galder en Ulvenhout
kennen geen planologische belemmeringen, Bavel wel; daar zal wijziging van het
bestemmingsplan noodzakelijk zijn. Wat Ulvenhout betreft ligt er een vraag
van drie grote gebruikers op tafel met name de voetbalvereniging, de tennis
vereniging en de hockeyvereniging; bovendien wordt uitbreiding ondersteund door
de squashvereniging. In Bavel moeten allerlei aktiviteiten afgeremd worden
omdat daarvoor geen ruimte beschikbaar is in de Huif. Dit alles moge dan geen
keiharde onderbouwing van de vraag zijn maar het geeft wel duidelijk een
richting aan. Er is opgemerkt dat er geen behoefte zou bestaan aan het bouwen
van accommodaties voor sporters van buiten de gemeente. Het verleden heeft
echter aangetoond dat deze^ zeker in de beginfase van een nieuwe accommodatie
node gemist kunnen worden. Daarnaast zwerven de sporters van Nieuw-Ginneken
uit over een gebied in de wijde omgeving en waarom zou het dan verkeerd zijn
wanneer mensen van elders hier hun sport komen bedrijven.
De VOORZITTER wijst erop dat het hier een procedurevoorstel betreft
waarbij geen ruimte is om op details in te gaan. Die discussie heeft plaats
gevonden in de commissies. Voor een aantal aspekten zijn aparte procedures
noodzakelijk zoals bijvoorbeeld de Ruimtelijke Ordening. Aan het einde van de
maand november wordt er een hoorzitting gehouden over de herinrichting van
het Hof en omgeving met daarin onder andere de uitbreiding van de Huif.
Tegen die bestemmingswijziging staat beroep open waardoor een aantal zaken
slecht te overzien is.
De heer PEGEL stelt dat het misverstand ten aanzien van dit
agendapunt er voor hem op neerkomt dat hij inderdaad een notitie van het
college had verwacht op die punten waar de werkgroep niet is uitgekomen. In
de genoemde commissies zijn wel deelaspekten aan de orde gekomen maar het is
zijns inziens de raadsvergadering waarin de totale behoefte aan accommodaties
in hun onderling verband moet worden beoordeeld.
De VOORZITTER vraagt de heer Pegel zich te beperken tot de hoofd
lijnen van het beleid en een duidelijk standpunt in te nemen zoals bijvoorbeeld
ook mevrouw Bogmans heeft gedaan.
De heer PEGEL wil de nota in zijn geheel bestuderen omdat naast
de punten van uitbreiding te Galder, Ulvenhout en Bavel te veel vaagheden in
de nota zijn blijven steken. Dit hoeft voor het college geen belemmering te
betekenen om verder te werken aan een oplossing van de problemen in Galder,
Bavel en Ulvenhout. Hij stelt nog wel vast dat het zes maanden stil is geweest
nadat de werkgroep voor het laatst bijeen is geweest.
De VOORZITTER antwoordt daarop dat er daarna nog heel wat werk
is verzet en de nota is in de diverse commissies gebracht. Wanneer er raads
leden zijn die daaraan behoefte hebben kunnen zij inzage krijgen van het be
treffende dossier.
Bij de verdere uitwerking komen deze zaken vanzelfsprekend wel aan de orde.