-6-
Zij heeft echter grote twijfels of het zinnig is in de gemeente Nieuw-Ginneken
twee grote sporthallen bij te bouwen. Weliswaar is er een zekere behoefte aan
getoond maar die behoefte wordt op grove wijze overschat wanneer daarvoor
twee grote hallen worden bijgebouwd. De nota bevat haars inziens dan ook tal
van onduidelijkheden. Op de eerste plaats zijn de uitbreidingsplannen veel
te weinig cijfermatig onderbouwd. Daarnaast heeft geen analyse plaatsgevonden
van de verhouding tussen het aantal sporters van buiten de gemeente dat hier
zijn sporten beoefend en het aantal Nieuwginnekenaren dat buiten de gemeente
zijn sport bedrijft. De nota bevat ook veel te summiere gegevens over de
exploitatieopzet van de sporthallen. Ten aanzien van de uitbreiding van de
sporthal in Bavel wordt helemaal geen relatie aangegeven met de verkeers
situatie; het zou best kunnen zijn dat de 2400-voertuigen-per-etmaal-grens
wordt overschreden. Ook de financiële dekking is erg vaag; bovendien zijn er
te weinig planologische overwegingen in de nota opgenomen. Al met al betekent
dit dat er voor haar te weinig argumenten zijn om de bouw van twee sporthallen
te rechtvaardigen. Zij onderstreept dit met een citaat uit het door de V.N.G.
ingestelde onderzoek naar de behoefte aan sportaccommodaties in Nieuw-Ginneken
luidende"Het spreekt vanzelf dat de behoefte nooit het enige criterium kan
zijn op grond waarvan tot realisering van plannen wordt besloten, met name
planologische en financiële overwegingen zullen evenzeer dienen te worden
betrokken bij de uiteindelijke beslissing."
Wethouder VAN GILS zet uiteen dat de intentie van dit voorstel
is de Raad de vraag voor te leggen in te stemmen met de grote lijnen van het
advies en de conclusies van de werkgroep om daarna het college in de gelegen
heid te stellen die conclusies nader uit te werken in concrete voorstellen
waarbij overigens alle zaken zoals planologie en financiering aan de orde
zullen komen. Deze laatsten lagen niet op het werkterrein van de werkgroep.
Overigens is deze nota reeds uitgebreid bediscussieerd in de commissie Algemene
en Juridische zaken waarin alle frakties vertegenwoordigd zijn. Met betrekking
tot de nota mag niet verwacht worden dat daarin alles is opgenomen wat in het
voorgaande half jaar in de werkgroep allemaal is besproken, 80 tot 90% van alle
zaken welke mevrouw Bogmans heeft genoemd zijn reeds onderzocht. De Wethouder
voelt er daarom weinig voor om de discussie over dit voorstel uit te stellen
tot de vergadering van 22 januari 1985. Het ligt wel in de bedoeling van het
college om de werkgroepdie indertijd bij de studie betrokken is geweest,
om te vormen tot een stuurgroep en deze daadwerkelijk te betrekken bij de
uitwerking in concrete plannen.
De heer PEGEL geeft in tweede instantie een nadere uiteenzetting
van zijn standpunt. De werkgroep Overdekte accommodaties heeft een advies
gegeven aan het college van Burgemeester en Wethouders over de totale behoefte
aan sportaccommodaties in Galder, Bavel en Ulvenhout. Hij verwacht nu een
voorstel van het college waarin dit zegt, hier is de nota van de werkgroep
waarin wordt aangegeven de totale behoefte aan overdekte sportaccommodaties
en waarin nog een aantal dingen staan waarover nog vraagtekens bestaan en
waarover nog beslist moet worden. Het college wil daaraan op de volgende
manier wat gaan doen. Spreker heeft de sterke behoefte deze materie in zijn
totaliteit te bediscussiëren inclusief,alle facetten daaromheen -zoals de
planologie- de financiën en het stellen van prioriteiten. De Raad wordt dan
niet meer geconfronteerd met elke keer ëën enkel voorstel maar kan in één
keer de grote lijnen bediscussiëren. Het gaan hier om een heel belangrijke
zaak voor de gemeente waarmede relatief grote bedragen zijn gemoeid.
De heren ROPS, VAN DUN en TEUNISSEN dringen aan op spoed bij de
uitwerking van' concrete voorstellen.
De heer VAN DER WESTERLAKEN sluit zich daarbij aan en vraagt
tevens de herinrichting van Jeugdland te willen bezien alsmede een uniform
toelatings- en tarievenbeleid voor Nieuw-Ginneken.
Mevrouw BOGMANS is van mening dat veel van de verwarring welke
nu is ontstaan voorkomen had kunnen worden wanneer het college naast het
advies van de werkgroep was ingegaan op die zaken welke niet tot de taak