-5- commissievergaderingen reeds het nodige is gezegd. Zijn fraktie is gelukkig met dit voorstel en kan daarmede helemaal instemmen. Hij spreekt de hoop uit dat dit plan voor de gemeenschap van Galder/Strijbeek positieve elementen met zich mee zal brengen. Het fenomeen dorps- of dorpenplan is voor Noord- Brabant niet nieuw en hij vraagt daarom een dergelijke rapportage over een kleine kern op te vragen en aan de raadsleden ter inzage te geven. De heer VAN DER WESTERLAKEN haakt hierop in door te stellen dat in Midden en Oost-brabant aan het opstellen van een dorpsplan altijd een leefbaarheidsonderzoek vooraf is gegaan; de grootste problemen in een kleine kern zijn niet de huisvesting maar wel de schaalvergroting. Hij vraagt of desondanks in het plan wel een visie ten aanzien van het bejaardenbeleid in de kleine kern wordt ontwikkeld. De heer TEUNISSEN ondersteunt het voorstel van de heer Van der Westerlaken het dorpsplan voor Galder meer inhoud te geven. Ook mevr. BOGMANS kan zich hierbij aansluiten. De VOORZITTER zet uiteen dat de leefbaarheidsonderzoeken zoals die in Midden en Oost-Brabant hebben plaatsgevonden door de Provincie Noord-Brabant niet gesubsidieerd zullen worden voor die dorpenplannen welke worden opgesteld binnen het kader van het Streekplan West-Brabant. Het College is echter wel bereid een dergelijk dorpsplan op te vragen; aan de hand waarvan beoordeeld kan worden wat de inhoud van een leefbaarheids- onderzoek is geweest. Daarin komen zeker aan de orde zaken als bejaarden en jeugdbeleid, infrastruktuur en voorzieningenstruktuurWanneer de Raad van mening is dat ten aanzien van Galder/Strijbeek een leefbaarheidsonderzoek moet worden ingesteld dan zal dit volledig op kosten van de gemeente Nieuw- Ginneken moeten worden uitgevoerd. De VOORZITTER stelt daarom voor dit aan de hand van een voorbeeldplan, aan de orde te stellen in de commissie Algemene en Juridische Zaken. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals op de agenda is voorgesteld. 16. VOORSTEL BETREFFENDE DE OMLEIDING ULVENHOUT C.A. (S~11). Voordat inhoudelijk op het voorstel wordt ingegaan plaatst de heer BEEREPOOT als fraktie-voorzitter van het C.D.A. een aantal opmerkingen bij de publikaties zoals die in de dagen voor deze raadsvergadering in de pers zijn verschenen. In die publikaties is een stijl van oppositie voeren in termen naar buiten gekomen die door zijn fraktie wordt betreurd. De betrouwbaarheid van de Raad is in twijfel getrokken waarbij deze is afgeschilderd als een marionet van de voorzitter. Er zijn tegenstellingen gesuggereerd tussen de voorzitter van de Raad en het funktioneren van de Raad zelf. Deze intriges hebben zijn fraktie diep geraakt. Hij stelt daarom expliciet dat de Raad van Nieuw-Ginneken in het verleden in een groot aantal belangrijke zaken in grote eensgezindheid een standpunt heeft bepaald geba seerd op het wederzijds vertrouwen binnen dezeGemeenteraad. Dat is altijd de sterke kracht geweest van de Gemeenteraad van Nieuw-Ginneken en hij spreekt de hoop uit dat dit ook in de toekomst zo zal blijven. De Raad en de verschillende frakties daaruit mogen best een verschil van mening hebben met bepaalde groepen uit de gemeente. Hij hoopt echter dat dit incident beschouwd kan worden als een slippertje omdat deze stijl van reageren op eikaars funktioneren beneden de maat is. Hierna doet de heer PLATZBEECKER een voorstel van orde om bij de behandeling van dit voorstel de volgorde aan te houden zoals die ook voor de algemene beschouwingen zal gelden. Dit voorstel van orde wordt door de Raad overgenomen en de VOOR ZITTER verleent vervolgens het woord aan het C.D.A. Als woordvoerder treedt op de heer ROPS welke mededeelt dat zijn fraktie kan instemmen met het opstarten van de bestemmingsplanprocedure voor de S—11Dit hoeft echter niet te betekenen dat die weg er ook komt.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 433