Dat het nodig is er alles aan te doen de inspraakmogelijkheden te waar
borgen moge blijken uit de uiteindelijke resultaten van de hoorzitting
over de omleiding Ulvenhout in mei 1984. Volgens het verslag was het over
grote deel van de 450 insprekers tegen de s—11-
Het College heeft zich echter weinig aangetrokken van de daar naar voren
gebrachte argumenten. Nu is een hoorzitting niet alles bepalend maar het
heeft de P.V.D.A. gesterkt in haar twijfel omtrent het nu te nemen besluit
over de S—11. Een duidelijk NEEN is mede daarvan het gevolg. Op de derde
plaats wordt het argument van het College nu reeds een besluit over de
S—11 te nemen omdat anders de geldmiddelen van de provincie in gevaar
zouden komen ten sterkste afgewezen. Een besluit dat onder druk tot stand
is gekomen zou wel eens een slecht besluit kunnen zijn. Ter afsluiting
stelt zij dat :wat er deze vergadering ook besloten mag worden, de
situatie in de Dorpstraat hoe dan ook maatregelen vereist en wel op korte
termijn. De verkeersveiligheid moet verbeterd worden en daar zijn mogelijk
heden voor. De discussie daarover heeft tot nu toe te weinig ruimte ge
kregen omdat steeds weer werd verwezen naar het eerst te nemen besluit
over de omleiding Ulvenhout. De fraktie van de P.V.D.A. verwacht daarom
op korte termijn voorstellen van het College ter bevordering van de verkeers
veiligheid en ter vermindering van de overlast in de Dorpstraat-Molenstraat
en zegt NEEN tegen het voorstel.
Namens het College zal de VOORZITTER proberen antwoord te geven
op de vragen en opmerkingen die naar voren zijn gekomen. Hij stelt op
voorhand dat dit geen volledig exposé zal zijn omdat hij niet de bedoeling
heeft in deze vergadering alle rapporten die er in de loop van de vele
jaren geproduceerd zijn in de beschouwingen te betrekken. Dit is al eerder
gebeurd in de vele jaren en deelbesluiten met betrekking tot dit onderwerp.
In het verlengde van dit proces van vele tientallen jaren en wat met name
de laatste 10 jaar in een grote aktualiteit is toegenomen doet zich nu
de vraag voor of de raad wil doorgaan met een S-11 dan wel niet. Er is
in mei een hoorzitting geweest en dat is een van de redenen waarom de
raad daarover in deze vergadering spreekt. De situatie in de Dorpstraat-
Molenstraat is onhoudbaar; dat is door vele raadsleden uitgesproken. En
een eenieder vraagt om een oplossing. Dit geldt niet alleen voor de Dorp
straat en Molenstraat in Ulvenhout maar ook de Ulvenhoutselaan onder Breda
lijdt onder dezelfde problematiek. De besluitvorming is daarmede op een
politiek niveau gekomen. De vraag ligt voor of de Raad op basis van
alle rapporten die er zijn de procedure rondom de S-11 wil doorzetten, ja
of neen. In mei heeft het voltallig College van Burgemeester en Wethouders
een gesprek gehad met de gedeputeerde De Geus. Dat is een belangrijk gesprek
geweest waarin deze gedeputeerde namens het College van Gedeputeerde Staten
heeft gesproken en daarin heeft gezegd dat zowel het College van G.S.
als de Statencommissie voorstander zijn van de aanleg van een omleiding.
Die opvatting heeft hij in augustus herhaald in een brief aan een jongetje
uit de Dorpstraat in Ulvenhout. Daarbij is het provinciaal bestuur aangewezen
op de medewerking van de beide betrokken gemeenten. Hij suggereert dan
ook om een brief aan de gemeenteraden van Breda en Nieuw-Ginneken te
schrijven om beslissingen te nemen. Duidelijk is dus, en daarmede reageert
de VOORZITTER op een aantal veronderstellingen in de pers, dat Gedeputeerde
Staten nog volledig achter de weg staan. In het ontwerp wegenplan Noord-
Brabant is de S-11 opgenomen. Daartegen zijn bezwaren ingediend en die
zijn in behandeling. Op korte termijn zullen Gedeputeerde Staten van Noord-
Brabant het wegenplan vaststellen en dan is er tegelijkertijd een formele
basis om een aanwijzing te geven aan Breda te beginnen met een bestemmings
plan. Gedeputeerde Staten kunnen dat doen als het nodig is en daarom vraagt
gedeputeerde de Geus aan de raad van Nieuw-Ginneken een uitspraak te doen.
Daarmede wordt dan in politieke zin duidelijkheid verkregen over de wil
van de gemeenteraad ten aanzien van de S-11. Naast de mogelijkheid van
een aanwijzing hebben G.S. nog andere mogelijkheden om met Breda op één
noemer te komen, bijv. gewoon overleg. G.S. zullen de zware maatregelen
van een aanwijzing pas nemen als blijkt dat Breda niet bereid is tot