het in procedure brengen van een bestemmingsplan voor het gedeelte S-11
op het gebied van Breda. De heer De Geus en Gedeputeerde Staten hebben
zich moreel gebonden om een maatregel te nemen ten behoeve van Nieuw-Ginneken
maar de uitvoering daarvan en de wijze waarop valt nog te bezien. Het
is gewenst dat de gemeente Nieuw-Ginneken het bestemmingsplan reeds in
procedure heeft gebracht voordat het provinciaal wegenplan wordt vastgesteld
zodat de provincie wat sterker staat. Dat is één van de redenen waarom
het College het nodig oordeelt dat de gemeenteraad een besluit neemt.
De andere redenen vindt men in het raadsvoorstelUit de hoorzitting die
gehouden is, is naar voren gekomen dat er grote opDositie is tegen de aansluiting
van de S-11 op het dorp. Het is nu niet zo dat het College niet meer zou staan achter
het rapport van de Grontmij maar het wil het effekt afwachten van de S-
11 op de Dorpstraat. Een tweede reden, gelegen in de hoorzitting, in deze
vergadering een uitspraak te vragen aan de Raad is dat het College het
ondemocratisch vindt over een zaak die zo wezenlijk is volledig autonoom
een beslissing te nemen door het bestemmingsplan in procedure te brengen.
Het College koppelt terug naar de Raad omdat het er niets voor voelt op
nieuw olie op het vuur te gieten door het opstarten van die procedure
wanneer de Raad daar niets voor voelt. Een andere reden die achter het
voorstel schuilgaat is een financiële. Er is door de provincie een bedrag van
1 4.000, gereserveerd voor deze weg en het College wil dat bedrag vastleggen met
het opstarten van het bestemmingsplan.
De eigenlijke redenen waarom het College vasthoudt aan
de mogelijke aanleg van een omleiding Ulvenhout treft men aan in het raads
voorstel. Dat is op de eerste plaats de uitspraak van de Raad ten aanzien
van het Komplan Ulvenhout, het feit dat de Dorpstraat overbelast is en
de onveiligheid van de Dorpstraat en Ulvenhoutselaan waar de laatste jaren
jammer genoeg twee dodelijke ongelukken zijn gebeurd. Dat zijn de redenen
waarom het College unaniem vasthoudt aan dit bestemmingsplan, niet ziende
andere oplosssingen want als die er waren had het College daar al
eerder mee gekomen. Vele alternatieven zijn bestudeerd maar het College
ziet maar één oplossing en dat is helaas niet de meest gelukkige want
die betekent inderdaad een aantasting van het MarkdalIn de afweging
van hetgeen er gebeurt binnen het dorp Ulvenhout ten opzichte van de waarde
van het Markdal heeft het College geen andere keus dan aanleg van een
S-11. Terecht is opgemerkt dat verschillende deskundigen een andere conclusie
verbinden aan het rapport van het buro Van Heeswijk. Breda gebruikt dezelfde
cijfers waarmede het enkele jaren geleden Nieuw-Ginneken nog steunde om te komen
tot aanleg nu om Nieuw-Ginneken er toe te bewegen niet tot aanleg van
een S-11 te komen. Het heeft daarom geen zin nog meer rapporten te laten
maken omdat daarmede niets wordt opgelost. De Raad wordt vanavond gevraagd
een uitspraak te doen over het al dan niet in procedure brengen van het
bestemmingsplan S-11. Vanzelfsprekend behoort daarbij een democratische
procesgang. De wet zelf geeft aan hoe die dient te verlopen. Eenieder
heeft het volste recht bezwaar te maken tegen het ontwerp-bestemmingsplan,
als de Raad besluit tot vaststelling van het bestemmingsplan dan kan daarna
bezwaar worden ingediend bij Gedeputeerde Staten en uiteindelijk bij de
Kroon. Een betere rechtsgang is er niet maar die heeft overigens wel zijn
keerzijde want het betekent vijf jaar uitstel. Met dat uitstel wenst het
College niet te wachten tot na de realisatie van de A-58 omdat dat zou
betekenen dat er eerst in 1995 een definitief goedgekeurd bestemmingsplan
op tafel zou kunnen liggen. De Dorpstraat nog 10 jaar in alle ellende
te laten zitten acht het College volslagen onverantwoord. Het College
deelt dan ook niet de mening van mevr. Bogmans dat dit ondemocratisch
zou zijn. De bescherming van de belangen van het individu in Nederland
heeft er toe geleid dat er, in tijd gemeten, een onaanvaardbare procesgang
is ontstaan. Het is niet ondemocratisch in deze raadsperiode van 4 jaar
een besluit te nemen tot het opstarten van de bestemmingsplanprocedure
omdat evenmin alle in voorafgaande jaren genomen besluiten op ondemocratische
wijze tot stand zouden zijn gekomen. Het twee jaar vooruitschuiven van
een besluit zou ook een teken van zwakte kunnen inhouden. De suggestie