Een eerste bezwaar van het gelijkheidsbeginsel is, dat het
in deze gemeente min of meer tot een automatisme is
geworden, dat tot gevolg heeft dat echte keuzes worden
voorkomen. Het is een gemakkelijk criterium. Je roept maar:
"Wat zij hebben, willen wij ook!" En in de praktijk blijkt
dit zelfs te kunnen werken als een kerngedachte waaromheen
zich politieke groeperingen hebben gevormd: Gemeentebelangen
Bavel, Gemeentebelangen Ulvenhout en Gemeentebelangen
Galder/StrijbeekBehalve dat het een automatisme is dat
verhullend werkt, dient zich ten aanzien van het
gelijkheidsbeginsel hier een tweede bezwaar aan: het houdt
de rivaliteit tussen de kerkdorpen in stand en verhindert
daardoor het bedrijven van één echte gemeentepolitiek. Bij
het recente besluit ten aanzien van de sporthallen bleek dat
duidelijk; tegen het VNG advies in, dat een beperkte
behoefte naar meer sportvoorzieningen peilde en dat leidde
tot slechts vergroting van de bestaande sporthal in Bavel,
werden de kerkdorpen bedacht op een wijze zoals een ouder
zijn ontevreden kinderen zou bedenken, met de uitroep: "Geef
ze toch allemaal een video!"
Het algemeen belang bleek het af te leggen tegen een aantal
deelbelangen.
Een derde bezwaar tegen de hantering van het
gelijkheidsbeginsel is, dat het niet de werkelijke
verhoudingen dekt. Bavel wordt vaak met Ulvenhout gelijk
behandeld, terwijl er geen gelijke uitgangssituatie bestaat.
Het is vaker zo, dat Bavel niet gelijk behandeld moet worden
aan Ulvenhout en andersom. De strekking van het
gelijkheidsbeginsel is toch: gelijke gevallen gelijk
behandelen, en ongelijke gevallen ongelijk behandelen.
Een vierde bezwaar, dat samenhangt met de voorgaande, is dat
de positie van het College als beleidsbepalende instantie
sterk is gebonden op deze manier. Hoe vaak zal het College
bepaalde initiatieven niet afsnijden, omdat zij
vermenigvuldigd met 2 onbetaalbaar zijn?
Wij pleiten voor een genuanceerde politieke discussie over
-67-
