-23-
T.a.v. het al dan niet instellen van een artikel 61 commissie voor
het beheer van het Jeugdlandcomplex te Ulvenhout heeft de heer PAULUSSEN beluisterd
dat ook het college veel waarde toekent aan het particulier initiatief in deze. Hij
vraagt zich daarom af wat de financiële en juridische gevolgen zijn van het beheren
en exploiteren van andermans eigendommen door een raadscommissie ex. artikel 61 van
de gemeentewet. Wat zijn bovendien de kriteria bij het instellen van een der
gelijke commissie?
Het antwoord m.b.t. de winkelvoorziening in de Dorpstraat in Ul
venhout is hem niet geheel duidelijk. Enerzijds is er sprake van dat erniet vol
doende ruimte voor de aanleg van een parkeergelegenheid is anderzijds zou er wel ruimte
zijn om de Primarktvestiging uit te breiden. Bovendien ontgaat hem het verband wat
gelegd wordt tussen de kosten van sociale woningbouw aan de Grimhuijsenstraat en het
bouwen van een supermabkt
Nu de uitvoering van de Jachtwetten wordt ondergebracht bij eender
secretarie-afdelingen is een directe controle op de grenzen van het jachtterrein niet
meer mogelijk. In het verleden lagen deze bescheiden ten burele van de Rijkspolitie
en was verificatie daarvan ook bij nacht en ontij mogelijk.
Ook de heer PAULUSSEN heeft geen bezwaar tegen verlaging van de
pachtsommen voor kermisattracties wanneer daardoor de tarieven aanzienlijk omlaag
zouden kunnen. Hij vraagt zich daarbij af of de in Ulvenhout gevestigde grote
kermisexploitant daarbij niet een handje geholpen zou kunnen worden; deze heeft voor
zover bekend de beschikking over alle attractiesOm de exploitatie van het museum
sluitend te maken is het wellicht een goede suggestie de voorzitter van Paulus van
Daesdonck hierin te huisvesten.
Spreker heeft nog geen antwoord gekregen op de vraag hoever het
staat met de ontwikkeling van plannnen voor de bouw van woningen in Ulvenhout. Met
het college is spreker voorstander van de vestiging van een bescheiden bedrijven
terrein in Ulvenhout; hij heeft alleen begrepen dat er nog geen geschikt terrein is
gevonden. Wanneer dit wel het geval zal zijn is hij voorstander van vestiging van
milieuvriendelijke kleine ambachtelijke of dienstverlenende bedrijven.
Het door de heer Teunissen verwoorde standpunt m.b.t. de gemeen
telijke politieke parijvorming wordt door hem onderschreven. Hij voegt daaraan nog
toe dat de gemeentebelangenpartyen op de eerste plaats de belangen van de inwoners
dienen en nief de landspolitiek, wat daaronder ook verstaan moge worden. De gemeen
telijke belangenpartijen hebben een eigen identiteit.
Mevrouw BOGMANS spreekt haar dank uit aan het college voor het
antwoord op de door haar gestelde vragen waarin zij een aantal positieve
punten meent te herkennen. Op de eerste plaats voor de zeer serieuze en uitgebreide
reaktie van het collegeen later ook van de fraktie Gemeentebelangen Bave], op haar
bezinning rondom het gelijkheidsbeginsel. Zij constateert dat op een aantal essenti-
ele punten toch een grote mate van overeenstemming bestaat zeker daar waar het college
uitspreekt dat het gelijkheidsbeginsel geen dogma mag zijn noch een automatisme; ook
niet voor de toedeling van voorzieningen.
Het college geeft er in eerste instantie de voorkeur aan de
wellicht in Ulvenhout en Bavel te bouwen sporthallen te laten beheren door een com
missie. Een van de redenen daartoe is de poging om een concurrentiestrijd tussen de
verschillende kerkdorpen te voorkomen; spreekster kan daar achter staan. Het is naar
haar mening een goede zaak wanneer de gemeente tracht te bevorderen dat er een be
tere onderlinge afstemming van het sportbeleid plaatsvindt.
Het wordt door spreekster als een goede zaak ervaren dat het
college alle aspecten van het personeelsbeleid eens op een rijtje gaat zetten. Ook
stelt zij het zeer op prijs dat het college bij monde van wethouder Verkooijen na
drukkelijk heeft uitgesproken dat de sociale aspecten bij het al of niet in over
weging nemen van privatisering van bepaalde onderdelen van de gemeentelijke voor
zieningen, zeer sterk zullen worden meegewogen. Het stemt haar voorts tot tevreden-
