gemeente nieuw-qinneken
Raadsvergadering
28 februari 1984
Agenda Nr14
Klass. Nr. -1.855.42
Onderwerp:
Voorstel tot het (gedeeltelijk) instemmen met
de begrotingscijfers 1984 ten behoeve van het
Instituut Musische Vorming Nieuw-Ginneken,,
Ulvenhout, 15 februari 1984.
Aan de Raad,
Van de beheerscommissie Musische Vorming Nieuw-Ginneken werden
de begrotingscijfers 1984 ontvangen. Het in eerste instantie ten laste
van de algemene dienst blijvend gedeelte ten behoeve van de instandhouding
van het instituut werd becijferd op 214.389,In een nadere aanbiedings
brief werd laatstbedoeld bedrag geraamd op 250.737, Deze verhoging
houdt verband met het feit dat een aantal uitgaaf-posten in de in eerste
instantie vervaardigde opzet ontbraken.
In het eerste concept werd het gemeentelijk aandeel berekend op 2 1 4.389,
Verhoging bleek bij nader inzien noodzakelijk wegens:
a. méér loonkosten coördinator 3.468,
b. garantieloon voor docenten 19.480,
c. aansluiting bij de gezondheidsdienst
Stadsgewest Breda, afdeling bedrijfs
gezondheidszorg 3.400,
d. loonkosten als gevolg van vervanging
wegens ziekte 10.000,
3 6 o 3 4 o f
herberekend gemeentelijk aandeel 250.737,
Het door het Instituut Musische Vorming herberekende aandeel voor 1984
ad 250.737,dient nog verminderd te worden met een bedrag van
9.478,wegens doorwerking halvering stafuren ingaande januari 1984
- door de beheerscommissie is verzuimd het effect van deze maatregel
door te voeren in de begrotingscijfers 1984 - zodat per saldo een bedrag
van 241.259,ten laste van de algemene dienst van de gemeente Nieuw-
Ginneken komt.
Het aandeel uit de algemene dienst stelde uw Raad voor 1983
vast 235.260,(nivo 1982). De verhoging voor het jaar 1984 is voor
namelijk een gevolg van de hogere personeelskosten, welke voor het grootste
gedeelte als een autonome kostenstijging moet worden bestempeld.
1Personeelskosten
Met het van toepassing verklaren van het Besluit Benoembaarheidseisen en
Arbeidsvoorwaarden Sociaal Cultureel Werk, als voorwaarde gesteld om
van rijkswege voor subsidie in aanmerking te komen, is onder andere
een garantieregeling van toepassing op de docenten van het Instituut.
Deze garantieregeling biedt een zekere inkomensstabiliteit voor de docenten
in geval het aantal lesuren aan het Instituut terugloopt.
De hogere loonkosten ten behoeve van de coördinator houden verband met
een, zij het binnen de normen van het eerder aangehaalde Besluit Benoem
baarheidseisen en Arbeidsvoorwaarden Sociaal Cultureel Werk (B.B.R.A.
S.C.W.) hogere inschaling van de per september 1983 nieuw aangestelde