bepalend is voor alle scholen in de gemeente. Er doen zich in de praktijk zoveel omstandigheden voor waardoor de scholen niet vergelijkbaar zijn; er zijn oude en nieuwe scholen, grote en kleine scholen, snelgroeiende - stabiele - en teruglopende scholen. Daardoor kan een bepaalde school in grote financiële problemen terecht komen. Spreker is van mening dat dit een vreemde zaak is en daarom zou de 65 jaar oude Lager-onderwijswet wat hem betreft met pensioen kunnen. Nu het openbaar onderwijs blijkbaar met 20,per leerling minder genoegen kan nemen dan het voorgaande jaar, vraagt hij zich af of die school in dat jaar te veel heeft gekregen en of verschillende begrotingsposten toen wellicht te royaal zijn begroot. De Heer BEEREPOOT verklaart namens de C.D.A.-fraktie dat hij niet erg gelukkig is met het voorstel van het college maar daarmee toch accoord kan gaan na de correcties die daarop zijn aangebracht waardoor de bezuinigingen beperkt blijven tot enkele procenten. Hij ziet meer heil in het ontwikkelen van een lange termijnbeleid waarbij speciaal wordt gekeken naar die posten waarin de echte problemen liggen. Voor Ulvenhout zijn dat onderhoud en verwar ming. Na een deskundig advies moeten die kosten teruggebracht kunnen worden tot het niveau van de andere scholen, is zijn mening. Daarnaast zou hij nog graag vernemen wat de keerzijde van de medaille is; hoeveel spendeert de gemeente aan het onderwijs in zijn algemeenheid en hoe hoog is de vergoeding van het Rijk daarvoor. Namens de V.V.D-fraktie merkt de Heer PLATZBEECKER op dat zijn fraktie het voorstel van het college alleszins redelijk vindt. Na bestudering van de cijfers blijkt dat er erg opmerkelijke verschillen zijn op bepaalde posten tussen de scholen onderling. Uiteindelijk blijkt hetbedrag per leerling over 1982 voor 3 van de 5 scholen van het bijzonder onderwijs voldoende te zijn geweest, 2 scholen zitten in de min. De gemeente zit nu eenmaal met het wettelijk gegeven dat het openbaar onderwijs bepalend is voor het bijzonder onderwijs Ook de Heer TEUNISSEN verklaart dat zijn fraktie niet erg gelukkig is met een verlaging van 20, Door de verhoging van het B.T.W.-tarief komt deze verlaging zelfs neer op 25,Wanneer rekening wordt gehouden met de verhoging van het B.T.W.-tarief en daarbij worden ook nog enkele posten verhoogd, zodat er een verhoging ten opzichte van het voorstel ontstaat van 6,tot 7,dan kan de fraktie Gemeentebelangen Bavel vrede hebben met het voorstel Voordat WETHOUDER VAN GILS op de gestelde vragen ingaat stelt hij vast dat de vaststelling van het bedrag per leerling in de Raad altijd stof tot discussie heeft gegeven. Toen hij in 1966, 18 jaar geleden, voor het eerst zitting had in de Raad werden er reeds eindeloze discussies gevoerd over de verhoging van het bedrag per leerling van 65,naar 67,50. Ondanks het verwijt van de heer Willemsen is het toch ook het streven van het college het onderwijs in Nieuw-Ginneken in goede staat te houden. De teleurstelling die bij hem en ook bij anderen doorklinkt kan het college zich wel voorstellen. De wet schrijft nu eenmaal voor dat bij de vaststelling van het bedrag per leerling het openbaar onderwijs maatgevend is en daarom kan de kritiek van de Raad zich alleen daarop richten. De bewering dat het college dit jaar geen contact heeft gehad met het bijzonder onderwijs wordt van de hand gewezen want dat is in voorgaande jaren ook niet gebeurd. Daar zijn toen nooit opmerkingen over gemaakt omdat het bedrag per leerling omhoog ging daarom komt het nu hypocriet over het college dit voor de voeten te werpen Uit de opmerking dat het college formeel juist handelt blijkt dat de heer Willemsen kennelijk goed begrijpt wat er aan de hand is. Diens opmerking dat er zorgvuldiger begroot moet worden is ook niet terecht omdat de verhoging van de betreffende post volgde op een opmerking van één van de commissieleden. Het is inderdaad logischer dat bij een dalend aantal leerlingen het bedrag voor vaste kosten als telefoon, abonnementen en contributies een stijging te zien geeft ten opzichte van het aantal leer lingen

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1984 | | pagina 79