-9-
soms laat komen; maar dat nog liever dan te laat komen. Ten aanzien van de
gatenkaas is er stevig geschoten wat het college noodzaakt de zaken nog eens
op een rijtje te zetten en te kijken of alles nog past binnen het financiële
plaatje voor 1984. Het is pas februari en voorzichtigheid is geboden maar
de discussies rond budgetten en begrotingen vallen meestal in het voorjaar.
Hij veronderstelt dat in de tweede helft van het jaar het wat rustiger zal
worden
De Heer PEGEL stelt vast dat er in het kader van dit voorstel een
heleboel vruchtbare opmerkingen zijn gemaakt zoals ten aanzien van de kwaliteit
van het onderwijs in Nieuw-Ginneken maar ook over het schieten van gaten in
de bezuinigingen. Hij stelt daarom voor deze zaken te combineren door het
aantal uren muzikale en creatieve vorming op de scholen te handhaven en in
plaats daarvan extra te bezuinigen op het Instituut Musische Vorming. Het
geven van vakonderwijs is veel goedkoper, het onderwijsveld is gerustgesteld
de gemeente is de financiële gaten kwijt en zo is iedereen gelukkig.
De VOORZITTER is bevreesd dat dit voorstel een revolutie veroorzaakt.
WETHOUDER VAN GILS ruimt een misverstand uit de weg door te stellen
dat de minister met het vaststellen van een lagere norm voor vakonderwijs
niet heeft uitgesproken dat er op de scholen ook daadwerkelijk minder uren
in die richting gegeven moeten worden. De minister heeft alleen gezegd dat
alle mensen die lesgeven op de lagere scholen bevoegd zijn tot het geven van
deze vakken en als daar geen extra leerkrachten voor komen dan betekent datdat
zij dat zelf moeten doen. De Wethouder neemt niet aan dat op de lesroosters
van de scholen het aantal uren creatieve vorming, handenarbeid en handwerken
om die reden zal worden verminderd.
Zonder een discussie daaromtrent te willen uitlokken merkt Mevrouw
BOGMANS op dat er toch wel heel wat verschillen zijn tussen het vakonderwijs
en de vorming die op het Instituut Musische Vorming wordt gegeven.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals staande
de vergadering door het college is voorgesteld.
Hierna schorst de VOORZITTER de vergadering voor een korte koffie
pauze
Na heropening van de vergadering stelt de VOORZITTER aan de orde:
14. VOORSTEL TOT HET (GEDEELTELIJK) INSTEMMEN MET DE BEGROTINGSCIJFERS 1984
TEN BEHOEVE VAN HET INSTITUUT MUSISCHE VORMING NIEUW-GINNEKEN
De Heer TEUNISSEN gaat accoord met het voorstel zoals dat op tafel
ligt. Wel bevreemdt hem dat in het voorstel sprake is van een toeslag van 15%
voor cursisten van buiten het verzorgingsgebied. Hij heeft vorig jaar zitting
gehad in een werkgroep raadsleden en vertegenwoordigers van Musische Vorming
en toen is afgesproken dat deze toeslag minimaal 25% zou zijn. Hij vraagt
een verklaring daarvoor.
De Heer BEEREPOOT stelt dat het ieder jaar weer nodig is negatieve geluiden
ten aanzien van Musische Vorming te laten horen. Dat wekt de indruk dat
het C.D.A. wellicht iets zou hebben tegen de mensen van Musische Vorming maar
het is de begroting die daar telkens weer toe noopt. In de eerste plaats is de
begroting dit jaar een aantal maanden te laat waarbij hij zich afvraagt of
het nou zo ingewikkeld is zo'n begroting tot stand te brengen. In de tweede
plaats zet hij een aantal vraagtekens bij de wijze waarop de nieuwe coördi
natrice is aangetrokken. Was er in Nieuw-Ginneken niemand te vinden die geschikt
was voor deze functie en was er tevoren geen bedrag vastgesteld waarbinnen
de loonkosten voor de coördinator moesten blijven? Het is toch merkwaardig
dat deze post op de begroting ineens verhoogd is met ruim 3.486,Er zouden
regels moeten zijnomdat binnen de perken te houden hetgeen tevens geldt voor
het punt d. In totaliteit geeft de begroting een flinke verhoging te zien,
welke des te moeilijker valt te accepteren omdat het Instituut kampt met een
sterke teruggang van het aantal cursisten. De CD.A.-fraktie vraagt zich daarom