Aangezien de voorliggende partiële herziening onderdeel uitmaakt van
de totale aanleg van rijksweg 58 bestaan ook bezwaren tegen deze partiële
herziening
De motivering om te komen tot vaststelling van de voorliggende
partiële herziening is gelijkluidend aan de motieven, welke destijds
een rol hebben gespeeld bij de vaststelling van het bestemmingsplan
"Verkeerswegen" d.d. 30 juni 1981 en de gedeeltelijke goedkeuring van
het plan door Gedeputeerde Staten d.d. 22 juni 1982 nr. 85.950, welke
besluiten in het bezit zijn van reclamant.
Onder verwijzing naar de motivering in voornoemde besluiten dienen de
bezwaren van reclamant 2 ongegrond te worden verklaard;
dat, de bezwaarmakers alsnog in de gelegenheid zijn gesteld hun
bezwaar nader toe te lichten;
dat dit geen nieuwe gezichtspunten heeft opgeleverd ten aanzien
van de inhoud van de bezwaren;
gelet op de artikelen 10, 23 en 25 van de Wet op de Ruimtelijke
Ordening
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d. 21
februari 1985;
gelet op het advies van de Commissie Ruimtelijke Ordening
d.d. 11 februari 1985;
BESLUIT:
1de bezwaarschriften van:
a. Mr. J.H. Linders, Annevillelaan 154 te Ulvenhout en
b. Stichting Werkgroep Alternatieve Rijksweg Breda, p/a Chaamseweg 12
te Ulvenhout,
met overname van hetgeen hieromtrent in de overwegingen is gesteld
ongegrond te verklaren;
2. te verklaren, dat op de wegen in het bestemmingsplan "Verkeerswegen
partiële herziening viadukt Annevillelaan" tot 1995 een lagere verkeers
intensiteit wordt verwacht dan 2450 motorvoertuigen per etmaal;
3. het bestemmingsplan "Verkeerswegen, partiële herziening viadukt Anne
villelaan vast te stellen overeenkomstig de bij dit besluit behorende
gewaarmerkte tekening met de daarbij behorende voorschriften en toe
lichting
ALDUS BESLOTEN IN ZIJN OPENBARE VERGADERING
VAN 26 FEBRUARI 1985.
DE RAAD VOORNOEMD,
voorzitter.
secretaris.
OW/85.419/HH/DG