21INFORMATIE TEN AANZIEN VAN HET STADSGEWEST BREDA, C.Q. VANUIT DE GEWESTRAAD.
Wethouder VAN GILS brengt in het kort verslag uit van de vergadering
van de Stadsgewestraad van 14 december 1984. Daarin is in de eerste plaats
aan de orde geweest de begroting 1985 met de bijbehorende aanbiedingsnota.
In de discussie daarover is bijna alle aandacht gegaan naar de positie van
de stad Breda ten overstaan van het Stadsgewest. Die zaak komt opnieuw aan de
orde op vrijdag 1 maart 1985. De Stadsgewestregeling zal in ieder geval niet
zodanig gewijzigd mogen worden dat de drie grootste gemeenten meer dan de helft
van de stemmen zouden krijgen. Ook een aantal vacature's mag pas opgevuld worden
als er duidelijkheid is over de positie van Breda. Er is voorts een regionale
volkshuisvestingcommissie ingesteld waaraan ook Breda zal deelnemen.In het kader
van de regionale samenwerkingsverbanden G.V.O. in West-Brabant is ten behoeve
van de G.G.D. een rijkssubsidie geaccepteerd van 295.000,Ook ten behoeve
van de G.G.D. is besloten tot aankoop van software tot een bedrag van 20.000,--
Tenslotte zijn geldleningen van 8 miljoen op lange termijn en 4 miljoen op
korte termijn aangegaan. Dit omdat de nieuwbouw aan de Schorsmolenstraat uit
eigen middelen is voorgefinancierd.
Uit krantenartikelen heeft de heer BEEREPOOT begrepen dat er tussen
het dagelijks bestuur van het Stadsgewest en de gemeente Breda een soort
overeenstemming is bereikt. Hij vraagt zich daarom af of dit niet besproken moet
worden met de leden van de gemeenteraad omdat dit de essentie van de gemeen
schappelijke regeling raakt.
De VOORZITTER antwoordt dat het voorstel van het dagelijks bestuur
een week voor deze vergadering bij het college is binnengekomen. Qua taken
is er in de regeling niets veranderd;er zijn alleen andere formuleringen ge
bruikt. Ook de samenstelling van het bestuur wordt veranderd doordat het aantal leden
wordt teruggebracht en er een meervoudig stemrecht wordt ingevoerd waardoor
meer recht wordt gedaan aan de positie van Breda in het geheel. In de gewest
raadsvergadering van 1 maart vindt daarover een soort hearing plaats waarna
het de bedoeling is dat in de maand juni de gemeenteraad zich over de wij
ziging van het statuut zal moeten uitspreken. In de gemeente Breda is dit voor
stel nu reeds in de gemeenteraad gebracht omdat Breda rechtstreeks partij is.
Hierna wordt de verstrekte informatie voor kennisgeving aangenomen.
22. SCHRIFTELIJKE VRAGEN.
Er zijn geen schriftelijke vragen ingekomen.
23. MEDEDELINGEN.
De VOORZITTER vraagt of alle fraktie-voorzitter aanwezig zullen zijn
bij het werkbezoek wat de Commissaris van de Koningin in de provincie Noord-
Brabant op 10 april 1985 aan de gemeente brengt.
Dit blijkt het geval te zijn.
24. RONDVRAAG EN SLUITING.
De heer VAN DEN BROECK vraagt in de eerstvolgende commissie Welzijn
aan de orde te willen stellen de subsidie-mogelijkheden welke er door de Europese
Gemeenschap worden geboden.
De heer VAN DER WESTERLAKEN informeert of de gemeente Breda reeds
contact heeft opgenomen over de bebording die zij gaat aanbrengen naar de Galderse
Meren. Daarnaast zou hij graag vernemen of er dit jaar nog meer voorzieningen