De heer PLATZBEECKER kan geen vrede hebben met het antwoord wat
hij heeft gekregen op zijn vraag met betrekking tot de contributies. Er zijn
in gemeente Nieuw-Ginneken zo'n 1000 mensen die tennissen, 160 mensen die bad
mintonnen, 300 die hockeyen, al deze mensen betalen aanzienlijk meer contri
butie aan hun verenigingen dan de voetballers. Er moeten dan ook naar zijn
mening mogelijkheden liggen in die richting.
De heer BEEREPOOT daarentegen is van mening dat gemeentelijke
overheid voorzichtig moet zijn met haar mogelijkheden in te grijpen in het
naar eigen inzicht functioneren van de verschillende verenigingen. Hij vraagt
zich ook af of het wel zo verstandig is bij de verenigingen te bedingen dat
de opbrengst uit onderverhuur aan de gemeente moet komen. De verenigingen
zullen eerder tot onderverhuur geneigd zijn wanneer zij de betrekkelijk geringe
opbrengst daaruit zelf mogen behouden en het beleid van de gemeente moet er
toch op zijn gericht het aktief bedrijven van sport te stimuleren. Ook de
eventuele gelijkschakeling van contributie tussen de voetbalverenigingen onder
ling wil hij aan die verenigingen zelf overlaten. Wel had hij graag meer in
formatie gehad over de ongetwijfeld bestaande andere bronnen van inkomsten die
er bij de verschillende vereniginen zijn.
De heer TEUNISSEN heeft vrede met de toezegging van het college
dat de positie van het tennis zal worden bekeken. Hij spreekt de hoop
uit dat het college zal komen tot een evenwichtige vergelijking van de ver
schillende recreatie-vormen onderling.
WETHOUDER VAN GILS antwoordt dat het juist is dat de contributies
bij andere sporten hoger zijn maar hij is niet voornemens de voetbalverenigingen
een contributieverhoging dwingend voor te schrijven; hij wil dit wel be
spreekbaar maken bij deze verenigingen. Een contributieverhoging zou eventueel
zijn af te dwingen door verhoging van de huur voor de velden. De mogelijheid
tot onderverhuur van de velden zal opnieuw met de verenigingen worden opgenomen
omdat het medegebruik van de velden zoveel mogelijk moet worden bevorderd.
Gesteund door de K.N.V.B. hebben de voetbalverenigingen een verdeelsleutel
uitgedacht voor een drietal inkomstenbronnen waar drie uitgavengroepen tegen
over staan. Dit zijn aan de inkomstenkant de contributies, lotto- totogelden
en gemeentelijke subsidies, aan de uitgavenkant staan daar tegenover de huur
van de velden, de afdrachten aan de K.N.V.B. en de betaling van de energie
kosten. De overige inkomsten van de verenigingen ontstaan door de zelfwerk
zaamheid en het eigen initiatief en de besteding daarvan kan naar eigen goed
dunken plaatsvinden. Afhankelijk van deze laatste groep inkomsten kan bij
voorbeeld een betere trainer worden ingehuurd.
De heer TEUNISSEN vraagt de toezegging gestand te doen een overzicht
samen te stellen van de contributies van de verschillende verenigingen.
WETHOUDER VAN GILS zegt toe dat dit overzicht ter sprake zal komen
in de commissie de Schakel. In de subsidieverordening worden minimum eisen
aan de contributies gesteld en er is wellicht aanleiding deze te verhogen.
De heer TEUNISSEN merkt op dat de totale contributie soms sterk
afhankelijk is van de samenstelling van het gemiddeld ledental van de ver
schillende verenigingen.
WETHOUDER VAN GILS bevestigt dat met name de voetbalverenigingen een
beduidend aantal groter junior-leden hebben dan senioren. Een en ander zou in
de Schakel nader bekeken kunnen worden.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals op de
agenda is voorgesteld.
8. VOORSTEL OM IN TE STEMMEN MET DE ONTWERP-BEGROTING 1985 VAN HET WOONWAGEN
SCHAP BREDA.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals
op de agenda is voorgesteld.