Ij
si
m M
p
gemeente nieuw-qinneken
I I
De RAAD van de gemeente Nieuw-Ginnekenj
OVERWEGENDE
dat het bestemmingsplan 't Hoekske", zoals vastgesteld
door de gemeenteraad op 2 november 1982, gedeeltelijk werd goedge
keurd door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant op 2 5 januari 1984,
onder nr. 104.705;
dat er aanleiding bestaat om voor het niet goedgekeurde
gedeelte dit bestemmingsplan te herzien, zoals nader omschreven in de
toelichting bij het ontwerp-bestemmingsplan "'t Hoekske, partiële
herziening 1984";
dat het ontwerp-plan in het kader van het vooroverleg als
bedoeld in artikel 8 van het Besluit op de Ruimtelijke Ordening werd
toegezonden aan:
1. de Provinciale Planologische Commissie, subcommissie voor de ge
meentelijke plannen te 1s-Hertogenbosch;
2. het Ministerie van Defensie, Dienst Gebouwen, Werken en Terreinen,
Direktie Brabant te Breda;
3. Het Rijksconsulentschap voor Handel, Ambacht en Diensten te Tilburg;
4. De inspectie Volksgezondheid en Milieuhygiëne te 's-Hertogenbosch;
5. Het Hoogheemraadschap West-Brabant te Breda;
dat de opmerkingen welke door bovengenoemde instanties in
het kader van het overleg zijn gemaakt, voor zover nodig, bij de vast
stelling van het plan in het ontwerp worden opgenomen, waartoe kan
worden verwezen naar het hoofdstuk "overleg" in de toelichting op het
bestemmingsplan;
dat het ontwerp-bestemmingsplan "'t Hoekske, partiële her
ziening 1984" met bijbehorende voorschriften en toelichting, overeen
komstig het bepaalde in artikel 23 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening
te rekenen vanaf 27 september 1984 gedurende één maand voor eenieder
op de gemeentesecretarie ter inzage heeft gelegen;
dat tegen het ontwerp-bestemmingsplan binnen de daarvoor ge
stelde termijn geen bezwaarschriften zijn ingediend;
voorts overwegende, dat de Raad op 22 januari 1985 de beslis
sing omtrent de vaststelling van het bestemmingsplan "'t Hoekske, par
tiële herziening 1984" tot uiterlijk 27 april 1985 heeft verdaagd;
gelet op de artikelen 1023 en 25 van de Wet op de Ruimte
lijke Ordening;
gelezen het voorstel van Burgemeester en Wethouders d.d.
19 maart 1985 nr. 13;
d.d.
gelet op het advies van de commissie Ruimtelijke Ordening
28 maart 1985;