-7-
gebieden worden gepresenteerd.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals op de
agenda is voorgesteld.
Agendapunt 15: INFORMATIE TEN AANZIEN VAN HET STADSGEWEST C.Q.
VANUIT DE STADSGEWESTRAAD
De heer BEEREPOOT doet verslag van de laatst gehouden vergadering
van de Stadsgewestraad waarin als twee belangrijkste punten aan de orde
waren de toekomstige struktuur van het Stadsgewest en het opzetten van een
woningmarktonderzoek. Er heeft zich in het afgelopen half jaar een discussie
afgespeeld tussen vertegenwoordigers van de gemeente Breda en het Dagelijks
Bestuur van het Stadsgewest omdat de gemeente Breda vond dat haar positie
als centrumgemeente binnen het Stadsgewest onvoldoende tot uitdrukking kwam.
Het Stadsgewest is de gemeente Breda op een aantal punten tegemoet
gekomen. Het aantal leden van de Stadsgewestraad zal worden teruggebracht
tot 53 en zal afhankelijk zijn van het inwonertal van de gemeente.
Het Dagelijks Bestuur zal uit 9 leden blijven bestaan. In hoofdlijnen blijft
het Stadsgewest een forum waarin randgemeenten overleg met elkaar kunnen
plegen zonder dat daarin een van de gemeenten de boventoon voert. Het Stads
gewest zal dus kunnen blijven funktioneren zoals dat ook in het verleden
is gebeurd. Breda wil haar positie als groeistad wat sterker naar voren
laten komen en daarom zijn de aantallen te bouwen woningen voor Breda een
geweldig belangrijk punt. Daarom zal er een woningmarktonderzoek worden
opgezet om te bekijken wat de werkelijke behoeften van Breda en de randge
meenten zijn.
De heer PEGEL meent dat Nieuw-Ginneken bezwaarlijk akkoord zal
kunnen gaan met afstand van woningcontingenten ten gunste van Breda.
Do heer PEGEL geeft verder aan dat ook in de nieuwe opzet van
het Stadsgewest de belangrijkste aktiviteiten blijven; dat zijn naast de
algemene ordeningstaak, de centrale vuilverweringde G.G.D. en de Stads
gewestelijke Brandweer. Speciale aandacht wordt door hem gevraagd voor
de vervulling van een aantal funkties bij de Brandweer Stadsgewest Breda
waarvoor het Stadsgewest zijns inziens ten dele te lage rangen biedt, mede
gezien de inwerkingtreding van de nieuwe Rampenwet per 1 maart jl.
De VOORZITTER zegt toe dat hij binnen het Dagelijks Bestuur van
het Stadsgewest een en ander ter sprake zal brengen.
Hierna wordt het verslag voor kennisgeving aangenomen.
Agendapunt 16: SCHRIFTELIJKE VRAGEN.
Er zijn geen schriftelijke vragen ingekomen.
Agendapunt 17; MEDEDELINGEN.
De VOORZITTER zegt dat hij een mededeling heeft over de
kwestie van de S11 waarover de Raadsleden in de loop van de dag een aantal
schriftelijke stukken hebben ontvangen. Op 20 maart 1985 hebben G.S. naar
aanleiding van voorgenomen bezuinigingen op het Uitvoeringsprogramma Provin
ciale Planwegen een brief aan de gemeente geschreven. Daarnaast heeft het
College kennis genomen van het voorstel van G.S. aan de commissie Verkeer
en Waterstaat, welke daags na deze vergadering bijeenkomt en waarin
deze voorgenomen bezuiniging aan de orde zal komen. Het betreft bezuinigingen
in de gehele Provincie welke een totaalbedrag van 60.000.000,voor de
komende jaren belopen. In die voorgenomen bezuinigingen is ook de S11 op
genomen omdat de Provincie het niet haalbaar acht binnen de termijn van
het Uitvoeringsprogramma, dat is een vijfjarentermijn van 1984-1989, de
aanleg daarvan te realiseren. Dat levert binnen die planperiode een besparing
op van 12.500.000,De S11 komt weer op het Uitvoeringsprogramma op
het moment dat de aanleg daarvan binnen die periode mogelijk wordt en daarvoor
moeten dan nieuwe mddelen worden gezocht. De Provincie geeft twee redenen
waarom zij het niet mogelijk acht dat binnen de periode tot en met 1989
tot aanleg van de S11 kan worden overgegaan. Op de eerste plaats omdat de
gemeente Breda niet wil meewerken aan de aanleg van de S11 op haar grondgebied
en op de tweede plaats omdat de gemeente Nieuw-Ginneken de centrale aansluiting
van Ulvenhout op de S11voorlopig althans, niet wil realiseren. Nog deze
ochtend hebben het College en enkele medewerkers van de dienst Openbare