-10- Mevr. Bogmans pleit voor maatregelen in de Dorpstraat op korte termijn. In de ontstane situatie is zij van mening dat het veel belangrijker is dat er op korte termijn maatregelen worden getroffen om tot een veilige verbinding Breda-Ulvenhout te komen door aanleg van vrijliggende fietspaden op de Ulven- houtselaan. De VOORZITTER stelt dat dit geheel afhankelijk zal zijn van de bereidheid van de Provincie daarvoor gelden beschikbaar te stellen omdat de gemeente Breda dit niet uit eigen middelen wil financieren. In het verleden is reeds gebleken dat de Provincie alleen wil medewerken aan een totaal oplossing De heer TEUNISSEN spreekt bewondering uit voor hetgeen de voorzitter heeft gedaan om te komen tot realisering van de S11Tot de dag van deze vergadering had spreker ook altijd vertrouwen in gedeputeerde De Geus maar na de ontvangst van de brief van Gedeputeerde Staten van 20 maart en het daarvan afwijkend standpunt wat deze gedeputeerde daarover vandaag heeft ingenomen is dit vertrouwen niet meer aanwezig. Door het betrekken van een eventuele aansluiting van de S11 op de Mgr. van Hooijdonkstraat wordt een bijkomstigheid verheven tot een knelpunt. Wethouder VAN GILS antwoordt dat dit ook het College zeer heeft verontrust om welke reden het naar Den Bosch is getogen. Daar aan gekomen is het College gerustgesteld door de heer De Geus met de mededeling dat er alleen om redenen gelegen in het feit dat de S11 zeker niet voor 1990 uitgevoerd zal kunnen worden geen gelden daarvoor gereserveerd zullen worden in het Provinciaal Uitvoeringsprogramma. De heer TEUNISSEN is van mening dat G.S. de foutieve volgorde hanteren, in de eerste plaats wil Breda niet meewerken, ten tweede de noodzaak te bezuinigen en ten derde het punt van die centrale aansluiting op de Mgr. van Hooijdonkstraat. Wethouder VAN GILS antwoordt dat die twee problemen ook zijn genoemd als reden waarom de zaak niet voor 1990 kan worden aangelegd. De heer TEUNISSEN is van mening dat de Provincie zich gewoon in zijn totaliteit richt naar de wensen van de gemeente Breda. Wethouder VAN GILS antwoordt dat zulks niet uit het gesprek met gedeputeerde De Geus is gebleken. Hij, en daarmede het College van G.S., blijft zich inzetten voor realisering van de S11 na 1990. Het heeft in die optiek geen zin gelden te reserveren waarvan men weet dat zij niet zullen worden uitgegeven, terwijl er op de budgetten wordt gekort. De heer BEEREPOOT is bevreesd dat bij de goedkeuring van het bestem mingsplan juist omgekeerd geredeneerd zal worden. Helemaal gerust is ook wethouder VAN GILS daar niet op hoewel hem 's morgens tot drie maal toe is gezegd dat er in het standpunt van de Provincie niets veranderd is. De heer PEGEL stelt voor een motie aan te nemen waarin de Raad zijn grote verontrusting uitspreekt over de onhoudbaar geworden situatie in Ulvenhout en er bij de Provincie op aandringt de S11 op zo kort mogelijke termijn aan te leggen. Het is naar de mening van de heer ROPS mogelijk drie dingen te doen; in de eerste plaats aanvaarding van de voorgestelde motie, op 10 april a.s. bij het werkbezoek van de commissaris van de koningin uitdrukkelijk aan dacht voor de S1 1 vragen en ten derde gehoor te geven aan het voorstel van de heer van YPEREN om vooralsnog niet verder mede te werken aan de totstand koming van op- en afritten aan rijksweg 58 ten zuiden van Ulvenhout. De VOORZITTER kan instemmen met een motie waarin de verontrusting van de Raad wordt uitgesproken omtrent de voorgenomen beleidswijziging, en waarbij tevens wordt gewezen op de onhoudbare verkeerssituatie in de Dorpstraat en Molenstraat te Ulvenhout en waarin tenslotte wordt aangedrongen op handhaving van het eerder ingenomen standpunt door de gemeente Nieuw- Ginneken en de Provincie Noord-Brabant om zo snel mogelijk te komen tot aanleg van de Si 1 zonder dat er gekort wordt op het Uitvoeringsprogramma.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 182