-11-
Het College zal dit standpunt van de Raad in de juiste bewoordingen uitwerken
en op 29 maart per telex aan G.S. verzenden opdat deze motie nog tijdig
voor de commissie-vergadering zal zijn ingekomen waardoor alle commissieleden
daarvan kennis kunnen nemen. De aansluitingen op Rijksweg 58 daarbij gebruiken
als drukmiddel is niet zo eenvoudig als de heer van Yperen zich daarbij
voorstelt. Die aansluitingen zijn geregeld in het bestemmingsplan Verkeerswegen
hetgeen inmiddels door G.S. is vastgesteld en nu bij de Kroon ligt in afwachting
van behandeling van de daartegen ingestelde beroepschriften. Dit is een juridisch
gepasseerd station en mitsdien geen haalbare kaart meer.
De heer VAN YPEREN is van mening dat elk bestemmingsplan wordt
ontworpen vanuit een ideale situatie. Hoewel daaraan ongetwijfeld negatieve
consequenties zitten is hij van mening dat het wel degelijk mogelijk moet
zijn dat deze aansluitingen niet uitgevoerd worden. Hij stelt daarom voor
de mogelijkheden daartoe te onderzoeken.
De VOORZITTER ontraadt dit in de motie op te nemen.
De heer VAN DEN BROECK informeert welke beroepsmogelijkheden er
voor de gemeente zijn wanneer de provinciale commissie toch anders
zal beslissen. Het kan naar zijn mening niet mogelijk zijn dat ellenlange
en uitputtende onderhandelingen met de Provincie op deze wijze ineens wegge
poetst worden zonder dat er beroep op de Kroon mogelijk is.
De VOORZITTER zal laten onderzoeken of een handelwijze als deze
voor AROB-beroep vatbaar is.
De heer VAN YPEREN vraagt zich af of de in het verleden door de
Provincie aan de gemeente Nieuw-Ginneken gedane toezeggingen schriftelijk
vastliggen
De VOORZITTER antwoordt dat dit talloze malen uit notulen blijkt.
Daarenboven heeft de Raad van Nieuw-Ginneken tot vier maal toe zich uitge
sproken voor aanleg van de S11Aan de houding van de gemeente Nieuw-Ginneken
en ook aan die van de Provincie Noord-Brabant bestond tot dusverre geen
enkele twijfel. Twijfels zijn er eerst ontstaan nadat de Provincie een koers
wijziging om budgettaire redenen enerzijds en de in de brief aangegeven redenen tot
heroverweging anderzijds aangekondigd heeft .Hoewel gedeputeerde De Geus daaraan
's ochtends een geheel andere interpretatie gaf is dat toch de reden geweest
waarom het College een uitvoerige brief aan de commissie voor Verkeer en
Waterstaat heeft geschreven.
De heer PLATZBEECKER blijft van mening dat gedeputeerde De Geus
medio 1984 al heeft geweten dat de S11 om budgettaire redenen van het Uit
voeringsprogramma zou worden afgevoerd. Tegen die achtergrond voelt de Raad
zich goed genomen.
Mevr. BOGMANS verklaart dat zij in december 1984 tegen het in
procedure brengen van het bestemmingsplan heeft gestemd omdat zij van mening
is dat de effekten van de A58 afgewacht moeten worden en er bij het nu in
procedure brengen van het bestemmingsplan geen mogelijkheden tot inspraak
voor de bewoners meer zijn op het tijdstip dat beoordeeld kan worden of
die effekten voldoende of onvoldoende zijn. Wanneer de Raad nu in een motie
aandringt op een zo snel mogelijke realisering van de S11 dan kan zij daaraan
haar steun niet verlenen alhoewel ook zij de gang van zaken als negatief
beoordeelt.
De heer VAN DER WESTERLAKEN stelt vast dat al met al de ellende
in de Molenstraat-Dorpstraat blijft voortbestaan en de Provincie zich daarmee
onttrekt aan haar verantwoordelijkheid. Hij is dan ook van mening dat de
Provincie voor deze plotselinge ommezwaai aangesproken dient te worden bij
een hogere instantie. In de Gemeentekrant heeft eens gestaan: De Raad is
Baas; Welke Raad dat is is nu duidelijk geworden. Spreker is daarom bevreesd
dat van uitstel afstel zal komen.
Da heer VAN YPEREN stelt voor de voorgestelde motie niet alleen
per telex te verzenden maar ook door een ijlbode aan de Voorzitter en leden
van de commissie voor Verkeer en Waterstaat te doen uitreiken.