c. de leiding is in staat om de in de doelstelling vermelde ontwikke- lingsmogelijheid te bieden; d. het aantal peuters per groep dat op eenzelfde tijdstip van de peuter speelzaal gebruik maakt is minimaal 20; e. elke groep peuters wordt begeleid door maximaal twee gesalarieerde funktionarissen, eventueel aangevuld door vrijwilligers; f. in het bestuur van de stichting c.q. vereniging van de peuterspeel zaal zijn ouders of opvoeders van kinderen die de peuterspeelzaal bezoeken, vertegenwoordigd; g. de accommodatie waarin de peuterspeelzaal is gevestigd dient voor dat doel geschikt te zijn, een en ander ter beoordeling van burge meester en wethouders. Artikel 4. 1Onverminderd het bepaalde in artikel 3 wordt aan de instelling een subsidie verstrekt van 20% van de personeelskosten; 2. het berekende subsidie kan worden verhoogd met een extra subsidie in de kosten van huisvesting, zulks ter beoordeling van Burgemeester en Wethouders; 3. het subsidie bedraagt niet meer dan het nadelig exploitatiesaldo van de peuterspeelzaal; 4. de instelling draagt er zorg voor dat, met inbegrip van het subsidie, een sluitende exploitatie van het peuterspeelzaalwerk is verzekerd. Artikel 5. 1. tot de personeelskosten zoals bedoeld in artikel 4, eerste lid, worden gerekend: a. de salariskosten van de funktionarissenbehorend tot de krachtens artikel 3, lid e. vastgestelde personeelsformatie; b. het werkgeversaandeel in de wettelijk verplichte sociale lasten, met betrekking tot de onder a. bedoelde funktionarissen c. personeelskosten kunnen worden opgevoerd tot een maximum van het wettelijk vastgestelde minimufnloonberekend naar het aantal dagdelen dat de funktionaris in de peuterspeelzaal werkt; 2. tot de huisvestingskosten wordt gerekend de huur van de gebruikte accommodatie, alsmede de kosten van energie en water. Artikel 6. Voor de berekening van het nadelig exploitatiesaldo van de instelling dienen in elk geval de navolgende inkomsten in mindering te worden gebracht op de werkelijke uitgaven: a. de ouderbijdragen, als bedoeld in artikel 7; b. ontvangsten die kunnen worden beschouwd als een terugbetaling van gemaakte of te maken kosten; c. ontvangen rente. Artikel 7. De peuterspeelzaal brengt aan de ouders een bijdrage in rekening. De hoogte van de bijdrage wordt in overleg met burgemeester en wethouders vastgesteld Artikel 8. Het bestuur van de gesubsidieerde instelling is verplicht om alle in lichtingen te verstrekken welke burgemeester en wethouders dienstig achten voor het bewaken van een juiste toepassing van deze verordening. Artikel 9. De instelling die subsidie wenst te ontvangen dient deze aan te vragen conform de procedure, vermeld in de subsidieverordening Nieuw-Ginneken 1979.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 195