Agendapunt 10: VOORSTEL TOT VERKOOP VAN EEN PERCEEL TUINGROND AAN DE HEER
A.C.J.M. TAKS, VEENSTRAAT 1 TE BAVEL.
De heer VAN GESTEL betreurt dat in de kop van dit voorstel is vermeld
"tuingrond',omdat verderop in het voorstel duidelijk wordt dat het om een
overhoek gaat. De waarde van tuingrond ligt veel hoger dan 5,per m2
De VOORZITTER geeft spreker daarin gelijk, de gemeente is blij dat
zij deze grond voor ƒ5,per m2 kan verkopen.
De heer ROPS wijst erop dat over deze koopsom geen omzetbelasting ver
schuldigd is maar wel overdrachtskosten.
WETHOUDER VERKOOIJEN beaamt dat dit een identiek geval is als de
overdracht van grond aan het Riekeschot waar ook geen omzetbelasting verschuldigd
was
WETHOUDER VAN GILS wijst erop dat bij dit soort besluiten een standaard
tekst wordt gebruikt.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals op de agenda is
voorgesteld.
Agendapunt 11: VOORSTEL TOT RUILING VAN GROND MET DE HEER A.J. BRUININKS TE
BAVEL
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op
de agenda is voorgesteld.
Agendapunt 12: VOORSTEL TOT VASTSTELLING VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR HET PERCEEL
AAN DE CAUWELAERSEWEG 14a TE ULVENHOUT TEN BEHOEVE VAN EEN DIERENARTSPRAKTIJK.
De heer ROPS is van mening dat met dit voorstel een inconsequent beleid
wordt gevoerd omdat een half jaar geleden in een soortgelijk geval ten behoeve
van de firma Graaumans geen wijziging van het bestemmingsplan aldaar mogelijk
bleek
De heer PLATZBEECKER geeft een ander voorbeeld, uitbreiding van het
constructiebedrijf van de heer van Gestel aan de Strijbeeksewegwaarom wordt
in dit geval wel een uitzondering gemaakt. Spreker is van mening dat op deze
wijze een duidelijk verschil in benadering van mensen wordt gemaakt.
De heer VAN YPEREN vraagt zich af waarom dit voorstel niet in de commissie
Ruimtelijke Ordening is behandeld.
De VOORZITTER kan zich de reakties wel voorstellen, doch het colleae meent toch correct
hebben gehandeld. De nu qevolqde benadering is ontleend aan het onderdeel kernrand-
zones van het bestemmingsplan Buitengebied. Daarin wordt aangegeven dat in
bepaalde gebieden een aantal semi-agrarische bedrijven toelaatbaar is; zoals
een dierenkliniek, een bloemisterij of een tuincentrum. Naar de mening van
het college vormt de kern Cauwelaer een aan de kernrandzones gelijk te stellen
gebied. Daarnaast is geen sprake van een nieuwe zaak maar alleen van uitbreiding
ten behoeve van een reeds gevestigde dierenartsenpraktijk. De voorwaarde die
het bestemmingsplan Buitengebied daarvoor stelt is dat er een positief advies
is afgegeven door de Koninklijke Nederlandse Maatschappij voor Dierengenees-
kunde te Utrecht; dit laatste is hier het geval. Het is daarom naar de mening
van het college niet juist deze situatiedaar ter plekke,te vergelijken met
een aannemerij of een constructiewerkplaats. Aanvrager heeft met dit verzoek
terecht ingespeeld op de mogelijkheden die het bestemmingsplan Buitengebied
aan het college geeft. In het geval van Graaumans heeft de artikel 19 procedure
uitgewezen dat het verlenen van een bouwvergunning in dat geval onhaalbaar
was; ook in de nu voorliggende situatie zal een artikel 19 procedure gevolgd