-8-
De VOORZITTER antwoordt dat deze wordt ingegeven door de zeer speci
fieke situatie omdat anders inderdaad sprake zou zijn van een bestemmingsplan
wijziging
De heer WILLEMSEN vindt het gevaarlijk dat het college hier de term
kernrandzone hanteert en wil daarover in een vergadering van de commissie Ruim
telijke Ordening nog eens diepgaand discussiëren.
De heer VAN GESTEL betwijfelt of in de toelichting op het bestemmingsplan
Buitengebied een dierenartsenpraktijk genoemd wordt als semi-agrarisch
bedrijf
De VOORZITTER antwoordt dat dit wel degelijk het geval is ten aanzien
van de bestemming kernrandzonesMet toepassing van de daar genoemde voorwaarden
komt het college in alle redelijkheid tot het nu voorliggende voorstel.
De heer ROPS vraagt zich af of de heer Kooien niet kan volstaan met
de 50 m2 uitbreidingsmogelijkheid waarop hij ingevolge het bestemmingsplan
Buitengebied recht heeft.
De VOORZITTER antwoordt dat hij meer ruimte nodig heeft voor zijn me
dicijnkelder, apotheek, wachtruimte, behandelruimte, kantoor en dierenverblijven.
Het staat de ROPS tegen dat met name de heer Kooien vooraan stond om
destijds bezwaar te maken tegen de voorgestelde bestemmigsplanwijziging ten
behoeve van de firma Graaumans.
De VOORZITTER stelt dat het eenieder vrij staat bezwaar in te dienen, wellicht
dat nu het omgekeerde het geval zal zijn. De voorzitter zegt de Raad toe de
toepassing van het begrip kernrandzone in het buitengebied in de commissie
Ruimtelijke Ordening aan de orde te zullen stellen.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals op de agenda
is voorgesteld inclusief het civielrechtelijke boetebeding de beschikbaar komende
ruimte niet buiten haar bestemming te gebruiken.
Hierna schorst de VOORZITTER de vergadering voor een korte pauze.
Na heropening van de vergadering stelt de VOORZITTER aan de orde:
Agendapunt 12a: VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN EEN VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR
EEN PERCEEL AAN DE DORSTSEWEG TE BAVEL.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op «a
de agenda is voorgesteld.
Agendapunt 12b: VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN EEN VOORBEREIDINGSBESLUIT VOOR
EEN PERCEEL AAN DE MOLENSTRAAT (PERCEEL POPPELAARSTE ULVENHOUT.
De heer VAN DER WESTERLAKEN signaleert dat er maar weinig bouwmogelijk
heden zijn in Ulvenhout en de gemeente moet daarom zuinig zijn met mogelijk
heden die er zijn. Hij vraagt zich daarom af of de hier geprojecteerde 11 woningen
beschikbaar komen voor Ulvenhoutse mensen; overigens zal deze bebouwing geen
oplossing bieden voor betaalbare huur- of premie-koopwoningen in Ulvenhout.
Evenals bij voorgaande agendapunten had de heer VAN YPEREN het ook voor
dit punt op prijs gesteld wanneer dit vooraf behandeld was geweest in de commissie
Ruimtelijke Ordening, nu heeft hij deze stukken voor het eerst gezien bij de
inzage van de raadsstukken.
De VOORZITTER stelt vast dat deze bewering ten aanzien van dit agenda
punt niet opgaat omdat dit is behandeld in het kader van de notitie van het
stedebouwkundigbureau Ruys en Bolder over de uitbreidingsmogelijkheden voor
de kern van Ulvenhout welke op 17 september 1984 in de commissie Ruimtelijke
Ordening aan de orde is geweest.
De heer VAN YPEREN bevestigt dat deze notitie in zijn algemeenheid
aan de orde is geweest in de commissie Algemene en Juridische Zakenmaar daarbij