geweest. In die vergadering werd toen het principe van wel of niet kopen aangevallen.
De wethouder heeft in die bewuste vergadering de discussie over dat punt af
gesloten omdat dat niet ter beoordeling van de commissie Financiën is wel de
prijs welke voor de grond betaald moet worden? daarmee is de commissie akkoord
gegaan.
De VOORZITTER zet uiteen dat in de laatste commissie-vergadering van
Ruimtelijke Ordening is afgesproken dat het bestemmingsplan ter visie zal worden
gelegd waarbij de reaktie van de omgeving zal worden afgewachtDaarna zal de
commissie Ruimtelijke Ordening opnieuw een standpunt bepalen over al dan niet
aanleg van parkeerplaatsen. Onverlet die bevoegdheid van de Raad wordt thans
voorgesteld tot aankoop van het bedoelde perceel over te gaan.
De heer VAN GESTEL is van mening dat in het thans voorliggende voorstel
andere cijfers verwerkt zijn dan in het aanvankelijke voorstel.
WETHOUDER VAN GILS zet uiteen dat dit voorstel in de vorige vergadering
is aangehouden omdat er tussen de Raad en het college geen overeenstemming
heerste met betrekking tot de aanleg van de parkeerplaatsen niet over de hoogte
van de aankoop zelf. Intussen is er met Bastiaansen overeenstemming bereikt
over de evt. aanleg van een parkeerterrein zodat het college oonieuw voorstelt tot
aankoop over te gaan.
De heer TEUNISSEN kan instemmen met het voorstel, hij vraagt zich echter
af wat er gaat gebeuren met het voormalig postkantoor. Zijn er reeds serieuze
gegadigden, wordt het pand gesloopt of blijft het in een nog slechtere staat
staan
De VOORZITTER antwoordt dat het college hoopt op korte termijn met een voorstel
in de Raad te kunnen komen. Wanneer onderhandelingen onverhoopt op niets
zouden uitlopen zal het college overwegen alsnog tot sloop over te gaan.
WETHOUDER VAN GILS verklaart dat het college ten zeerste zou betreuren
wanneer deze karakteristieke gevel uit het dorpsbeeld zou verdwijnen. Bij verkoop
zal zo mogelijk overeengekomen worden dat de voorgevel in stand wordt gehouden zoals
dat ook met het pand van Bastiaansen is gebeurd.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals op de agenda
is voorgesteld.
Agendapunt 14: VOORSTEL TOT MACHTIGING AAN B. EN W. INZAKE DE BEVOEGDHEID TOT HET
PLAATSEN OF VERWIJDEREN VAN VERKEERSTEKENS OF BORDEN.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals op
de agenda is voorgesteld.
Agendapunt 14: INFORMATIE TEN AANZIEN VAN HET STADSGEWEST BREDA, C.Q. UIT DE
STADSGEWESTRAAD
WETHOUDER VAN GILS brengt verslag uit van de op vrijdag 10 mei 1985
gehouden vergadering van de Stadsgewestraad. Een van de agendapunten betrof
de bedrijfsgezondheidszorg voor de aangesloten gemeenten en enkele andere overheids
diensten. Aan de Raden en de colleges van B. en W. van de deelnemende gemeenten
zal een voorstel tot vaststelling van de 13e wijziging van de regeling Stads
gewest Breda worden voorgelegd inhoudende de instelling van een Bestuurscommissie
Bedrijfsgezondheidszorg. Bij deze bestuurscommissie zal de Bedrijfsgezondheids
zorg zijn ondergebracht van 6.500 personeelsleden van de aangesloten gemeenten,
enkele waterschappen en de sociale werkvoorziening van Breda en Oosterhout.
Voorts is aan de orde geweest de beëindiging van de curatieve dienstverlening
voor logopedie per 15 juli 1985. Tussen de ziekenfondsen en het Stadsgewest
Breda bestond een overeenkomst ten aanzien van de curatieve logopedie tot het