Belangrijkste wijzigingen
De nieuwe wet legt veel meer dan voorheen de verantwoordelijkheid voor
de stads- en dorpsvernieuwing bij de gemeenten. Het volgende overzicht,
waarin slechts de belangrijkste wijzigingen globaal zijn opgenomen, laat
dat met één oogopslag zien.
huidige situatie nieuwe situatie
Rijk toetst gemeentelijke plannen
in kader van subsidieregelingen
Rond 20 regelingen voor stadsver
nieuwing
Rijksbemoeienis met gemeentelijke
plannen vervalt
Rijksmiddelen rechtstreeks of via de
provincie naar de gemeenten (stads
vernieuwingsfondsen); gemeenten zelf
verantwoordelijk voor planning, finan
ciering en uitvoering
Introductie stadsvernieuwingsplannen
plus uitvoeringsschema's
Introductie leefmilieuverordening
Gemeentelijke subsidieverordening
Gemeentelijke inspraakverordening
Provinciale verdeelverordening
Rapportage over de besteding van de
gelden uit de stadsvernieuwings
fondsen
TAKEN VAN GEMEENTEN, PROVINCIES EN RIJK
Algemeen
In de nieuwe wet wordt onder stads- en dorpsvernieuwing verstaan de stelsel
matige inspanning zowel op stedebouwkundig als op sociaal, economisch,
cultureel en milieuhygiënisch gebied, gericht op behoud, herstel, verbe
tering, herindeling of sanering van bebouwde gedeelten van het gemeentelijke
grondgebied
Het nieuwe financieringssysteem houdt in dat een aantal subsidieregelingen
wordt opgeheven. De rijksmiddelen die voorheen, op basis van planbeoorde
ling, op grond van die regelingen afzonderlijk werden verstrekt, worden
dan volgens bepaalde objectieve maatstaven over de gemeenten verdeeld.
Grotere gemeenten ontvangen de bijdragen rechtstreeks van het Rijk en
dienen deze onder te brengen in een gemeentelijk stadsvernieuwingsfonds.
De bijdragen voor de overige gemeenten worden per provincie ondergebracht
in een provinciaal stadsvernieuwingsfonds. Uit dat fonds doen de provincies
vervolgens uitkeringen aan de kleinere gemeenten.
De gemeenten kunnen, als juridisch kader voor hun stadsvernieuwingsactivi
teiten nu ook stadsvernieuwingsplannen met uitvoeringsschema's opstellen,
evenals leefmilieuverordeningen. De gemeenten zijn wel verplicht een
subsidie- en een inspraakverordening vast te stellen. Hierover later
meer
Alle gemeenten dienen jaarlijks verslag uit te brengen aan Gedeputeerde
Staten over de besteding van de ontvangen gelden, de stand van het fonds,
de stadsvernieuwingsprogramma's voor de komende vijf jaar en eventueel
over de kwalitatieve aspecten van het beleid.