19. VOORSTEE GEEN BEZWAAR TE MAKEN MET BETREKKING TOT DE AANLEG EN INRICHTING
VAN WOONWAGENSTANDPLAATSEN IN DE GEMEENTEN BREDA, OOSTERHOUT, PRINSENBEEK
EN MADE EN DRIMMELEN.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals
op de agenda is voorgesteld.
20. INFORMATIE TEN AANZIEN VAN HET STADSGEWEST BREDA.
Er heeft tussentijds geen vergadering van de Stadsgewestraad plaats
gevonden en er zijn ook anderszins geen vragen met betrekking tot het Stads
gewest Breda
21. SCHRIFTELIJKE VRAGEN.
Er zijn geen schriftelijke vragen ingediend.
22. MEDEDELINGEN.
Er zijn geen mededelingen.
23. RONDVRAAG EN SLUITING.
De heer ROPS vraagt het college de situatie van de oude lindebomen
in de Akkerstraat te willen bezien. Vervolgens zou hij graag willen vernemen
of er reeds nieuwe bestemmingsplannen in voorbereiding zijn om de vergrijzing
van Ulvenhout tegen te gaan.
De heer VAN GESTEL informeert naar de bezetting van de woonwagen
standplaats te Bavel
De heer WILLEMSEN vraagt hoever de plannen zijn gevorderd met
betrekking tot het treffen van energie-besparende maatregelen voor de scholen
in Nieuw-Ginneken nu er een circulaire dienaangaande van het Ministerie is
ontvangen.
De heer PEGEL vraagt of de mixed-hockeyclub Zwart-Wit zich reeds
heeft getransformeerd tot een Bredase-Nieuwginnekense vereniging.
De heer PLATZBEECKER plaatst enkele kanttekeningen bij een artikel
in het dagblad De Stem naar aanleiding van een initiatief van een aantal Bredase
raadsleden om te komen tot aanleg van vrijliggende fietspaden langs de Ulvenhoutse
laan. In die publicatie wordt voorbijgegaan aan de realiteit dat vanuit de
Raad van Nieuw-Ginneken door meerdere frakties jaarlijks, vanaf 1976, in de
richting van de gemeente Breda wordt aangedrongen op aanleg van bedoelde fiets
paden. Daarop is vanuit Breda nooit gereageerd. Bovendien staat in dit stuk
vermeld dat de gemeente Breda nooit voor aanleg van de omleiding Ulvenhout
zou zijn geweest. Dit is bezijden de waarheid omdat tot 1976 ook Breda altijd
heeft gepleit om zo snel mogelijk tot aanleg van bedoelde omleiding te komen
eerst daarna heeft men een reuze zwaai gemaakt. Met deze publicatie wordt
een verkeerde voorstelling van zaken gegeven.
De VOORZITTER beaamt dat hetgeen de heer Platzbeecker hiervoor
heeft gezegd volkomen juist is. Het college deelt in zijn treurnis. Nieuw
is dat Nieuw-Ginneken in de kosten van aanleg van deze fietspaden zou moeten bij
dragen
Met betrekking tot een nieuw bestemmingsplan voor Ulvenhout antwoordt
de VOORZITTER dat om de noodzaak daarvan aan te tonen er een onderzoek wordt
uitgevoerd door het ETIN. Uit de eerste onderzoeksresultaten met betrekking