m
gemeente nieuw-qinneken
Raadsvergadering
27 augustus 1984
Agenda Nr10
Klass. Nr.: -1 .778.52
Onderwerp
Voorstel tot vaststelling van de "Subsidieverorde
ning stads- en dorpsvernieuwing Gemeente Nieuw-
Ginneken" en het daarmede verband houdende "Volume-
besluit" voor 1985.
Ulvenhout, 13 augustus 1985.
Aan de Raad,
Op 1 januari 1985 is in werking getreden de Wet op de stads- en
dorpsvernieuwing (W.S.D.V.).
Deze wet houdt een belangrijke decentralisatie in, waarbij zo'n 19 rijksrege
lingen worden opgeheven en opgaan in een zogenaamd Stadsvernieuwingsfonds (o.a.
premie woningverbetering, reconstructie- en saneringsplannen, sanering milieu-
hinderlijke bedrijven, etc.). Dit fonds verdeelt de gelden naar de gemeenten.
De gemeenten worden echter in twee categorieën verdeeld, nl.:
1. fonds-gemeenten, d.w.z. gemeenten, die de gelden direct van het rijk ont
vangen en
2. niet-fonds-gemeenten, dat zijn gemeenten die de gelden door tussenkomst
van de provincie ontvangen.
De gemeente Nieuw-Ginneken is aangewezen als niet-fondsgemeente
Volgens de landelijke verdeelsleutel hebben wij voor 1985 recht op een bijdrage
van 1 1 2. 000,
Bij provinciaal besluit van 19 april 1985 is vastgesteld de "Verdelingsverorde
ning provinciaal stadsvernieuwingsfonds Noord-Brabant"; op grond van deze
verdelingsverordening hebben Gedeputeerde Staten bij besluit van 23 april
1985 bepaald dat de bijdrage van 112.000,voor 1985 als volgt wordt be
stemd:
a. 60.685,wordt gestort in een provinciale knelpuntenpot;
b. 51.315,wordt aan de gemeente uitgekeerd.
Voor uitkering aan de gemeente geldt de voorwaarde dat de behoefte daaraan
is aangetoond. De knelpuntenpot geldt voor specifieke aanvragen t.b.v. inciden
tele dan wel onvoorziene problemen, alsmede als tegemoetkoming voor overgangs
gevallen.
De W.S.D.V. verplicht uw Raad een verordening vast te stellen waarin
regelen worden gesteld m.b.t. de wijze waarop ingezetenen en in de gemeente
belanghebbende natuurlijke- en rechtspersonen bij het beleid inzake de stads
vernieuwing worden betrokken (de inspraakverordening); deze verordening is
inmiddels door uw Raad bij besluit van 21 januari 1985 vastgesteld, inclusief
de procedureregels voor ons College bij het verlenen van inspraak. Voor een
uitgebreide toelichting verwijzen wij u kortheidshalve naar ons voorstel
van 15 januari jlDe inspraakverordening is overigens zodanig geredigeerd
dat zij tevens kan worden gehanteerd in het kader van de herziene Wet op
de ruimtelijke ordening; inspraak heeft hier betrekking op voorbereiding
of herziening van ruimtelijke plannen.
Deze voorschriften van de wetgever op het terrein van de ruimtelijke ordening
en de stads- en dorpsvernieuwing lopen vooruit op de kabinetsvoornemens met
betrekking tot de herziening van de gemeentewet. Het kabinet beoogt in de
nieuwe gemeentewet een algehele verplichting op te nemen tot vaststelling
van een inspraakverordening. Wanneer door wijziging van de gemeentewet hierin
wordt voorzien, zullen de specifieke voorschriften uit de Wet op de ruimtelijke