-2-
ordening en de Wet op de stads- en dorpsvernieuwing vervallen.
Om voor de uitkering uit het provinciale stadsvernieuwingsfonds
in aanmerking te komen dient uw Raad de navolgende besluiten te nemen:
1Subsidieverordening stads- en dorpsvernieuwing
2. Volumebesluit
Als uitgangspunt voor de thans voorliggende subsidieverordening
is genomen de voorbeeld subsidieverordening zoals die door de V.N.G. is gepre
senteerd. Conform de W.S.D.V. bevat de subsidieverordening in elk geval voor
schriften omtrent:
a. de jaarlijkse bekendmaking van het door de gemeente over het betreffende
jaar voor het verlenen van geldelijke steun beschikbaar gesteld bedrag;
b. de jaarlijkse bekendmaking van de bedragen, welke beschikbaar zijn voor
de verschillende sektoren van de samenleving, waaronder in elk geval de
bewoners van huur- en eigen woningen, en in het bijzonder t.b.v. de ver
sterking van de positie van de woonconsumenten, het bedrijfsleven en de
sociale- en culturele instellingen.
Onder woonconsumenten dienen in dit verband de bewoners van huur- of eigen
woningen te worden verstaan, aldus de staatssecretaris van volkshuisvesting.
De gemeente kan ten laste van het stads- en dorpsvernieuwingsfonds slechts
na vaststelling en met toepassing van de subsidieverordening steun aan derden
toekennen: geen verordening, geen subsidieverlening! l)
De steunverlening moet zijn gebaseerd op zowel jaarlijks door uw Raad te
nemen besluiten ("Volumebesluit") over de ter beschikking gestelde bedragen
voor de diverse sectoren, alsmede op de subsidieverordening waarin kriteria,
procedures, subsidiabele voorzieningen e.d. zijn aangegeven. Daardoor wordt
ook aan derden zekerheid en rechtsbescherming geboden. Het is niet de bedoeliit
dat de subsidieverlening een ad-hoc-karakter krijgt. Uw Raad kan in het jaar
lijks te nemen volumebesluit en in de subsidieverordening de nodige flexibili
teit inbouwen. Vandaar ook dat in de aangeboden concept-subsidieverordening
een bepaling is opgenomen om voor onvoorziene gevallen een bedrag van het
fonds te reserveren, alsmede de bepaling dat ons College ook steun kan verlene
in afwijking van de bepalingen van de verordening.
Uw Raad is overigens niet verplicht een subsidie ter beschikking te stellen,
c.q. elke sector daarbij te bedenken; zgn. nulbesluiten zijn toegestaan.
Eenmaal beschikbaar gestelde bedragen scheppen zekere verwachtingen; zij
kunnen uit een oogpunt van rechtszekerheid in de loop van het betreffende
subsidiejaar niet worden verlaagd, c.q. overgeheveld naar andere sectoren,
tenzij in een vroegtijdig stadium vaststaat dat gevoteerde subsidiebedragen
ongebruikt zullen blijven. In de voorliggende subsidieverordening zijn die
objecten opgenomen welke mogelijk in deze gemeente voor subsidiëring in aar)
merking kunnen komen. Ter verduidelijking wordt opgemerkt dat de subsidie
verordening aangeeft voor welke situaties subsidieverlening mogelijk is en
onder welke condities; via het jaarlijks te nemen volumebesluit wordt aangegeve
of en hoeveel subsidie voor dat jaar beschikbaar wordt gesteld. Telkenmale
zal een (her-bezinning moeten plaatsvinden op het steunverleningsbeleid.
In de voorgestelde subsidieverordening is ons College met de uit
voering belast.
Wat betreft de rechtsbescherming met betrekking tot subsidiebeschikkingen
zijn er 2 mogelijkheden:
1. de verordening opent beroep bij uw gemeenteraad; op deze beschikking staan
alsdan de voorzieningen van de Wet A.R.O.B. open (beroep bij de afdeling
Rechtspraak van de Raad van State) en schorsing c.q. voorlopige voorzie
ning bij de voorzitter van die afdeling.
2. de verordening voorziet niet in beroep bij uw Raad, in welk geval de aan
vrager arob-bezwaar bij ons College heeft (en direkt de mogelijkheid om
schorsing c.q. voorlopige voorziening aan te vragen bij de voorzitter
van de afdeling), waarna beroep bij de afdeling openstaat.