b. de netto-oppervlakten van alle in de woning gelegen ruimten waaraan
voorzieningen worden getroffen, na voltooiing van de voorzieningen
gezamenlijk ten hoogste 125 m2 bedragen, waarbij onder netto
oppervlakte hetzelfde wordt verstaan als in de norm NEN 2320,
zoals in 1962 uitgegeven en in 1975 aangevuld door het Nederlands
Normalisatie-instituut;
c. de woning, na het treffen van de voorzieningen is voorzien van
een closet met waterspoeling en een douche;
d. de woning, indien van ingrijpende verbetering sprake is, na het
treffen van de voorzieningen, in haar geheel beschouwd zal voldoen
aan de eisen van bewoonbaarheid die redelijkerwijs aan een woning
moeten worden gesteld;
e. de kosten van de voorzieningen niet meer bedragen dan 75.000,
2. In zoverre in afwijking van het bepaalde in het eerste lid, onder d,
kunnen burgemeester en wethouders toestaan, dat de voorzieningen in
fasen, doch uiterlijk binnen vier jaren, worden getroffen, mits in
de eerste fase ten minste de bouwtechnische gebreken worden opgeheven.
3. Indien meer dan de helft van de werkzaamheden, verbonden aan het
treffen van de voorzieningen wordt verricht door de eigenaar
bewoner, anders dan in de uitoefening van zijn bedrijf, al dan
niet met behulp van anderen, zonder dat bij de hulp sprake is
van uitoefening van een bedrijf, wordt het in het eerste lid
onder e genoemde bedrag met 55% verminderd.
4. De vermindering, bedoeld in het derde lid, vindt slechts plaats indien van de
kosten van het geheel van de werkzaamheden, berekend alsof geen van de werkzaamheder
overeenkomstig het in dat lid bepaalde wordt verricht door de eigenaar
bewoner, meer dan de helft moet worden toegerekend aan de werk
zaamheden die worden verricht door de eigenaar-bewoner.
5. In bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders afwijking
toestaan van het bepaalde in het eerste en tweede lid.
artikel 2.4
1. De bijdrage ineens wordt toegekend onder de voorwaarde dat:
a. binnen drie maandennaeen bij de toekenning te bepalen tijdstip
met het treffen van de voorzieningen een aanvang wordt gemaakt;
b. de voorzieningen zijn getroffen binnen twee jaren na de toekenning
dan wel, indien het bepaalde in artikel 2.3 tweede lid, toepassing
heeft gevonden, binnen de ingevolge dat artikellid gestelde termijn;
c. aan de door burgemeester en wethouders met controle belaste personen
op de door die personen te bepalen tijdstippen;
- toegang wordt verleend tot het gebouwde onroerend goed;
- inzage wordt verleend van de op het treffen van de voorzieningen
betrekking hebbende bescheiden en tekeningen;
- de op het treffen van de voorzieningen betrekking hebbende
gegevens worden verstrekt;
- gelegenheid wordt gegeven tot het controleren van de op het
treffen van de voorzieningen betrekking hebbende gegevens;
d. de bescheiden en gegevens die nodig zijn voor de juiste toepassing
van deze verordening, worden verstrekt;
e. bij het treffen van de voorzieningen niet wordt gehandeld in
strijd met het bepaalde in artikel 3 van het Vestigingsbesluit
bouwnijverheidsbedrijven 1958.
2. Burgemeester en wethouders kunnen afwijking van de in het eerste
lid onder a en b genoemde termijnen toestaan.