-18-
5 PROCEDURE
Artikel 4.16
1. Een aanvraag om steun als bedoeld in dit hoofdstuk dient schriftelijk
te worden ingediend bij burgemeester en wethouders.
2. Een aanvraag dient te worden ingediend voordat de ondernemer over
gaat tot uitvoering van activiteiten die tot steuntoekenning kunnen
leiden.
Artikel 4.17
1Een aanvraag dient vergezeld te gaan van een advies uitgebracht
door één of meerdere door burgemeester en wethouders toegelaten
onafhankelijke instantiesDe kosten van dit advies kunnen worden
vergoed
2. Bij de aanvraag dienen de gegevens te zijn gevoegd die nodig zijn
voor de beoordeling.
3. Alvorens op de aanvraag te beslissen kunnen burgemeester en wethouders
binnen één maand nadat de aanvraag is ingediend nadere gegevens
van de ondernemer verlangen.
4. Burgemeester en wethouders beslissen omtrent de aanvraag binnen
twee maanden na de dag waarop de aanvraag ontvangen is of binnen
twee maanden nadat de in het derde lid bedoelde gegevens zijn ont
vangen. Zij kunnen hun beslissing één maal voor ten hoogste twee
maanden verdagen. Een afschrift van hun besluit tot verdaging zenden
zij toe aan de aanvrager van de steun.
Artikel 4.18
De ondernemer dient, voor zover dat redelijkerwijs voor de uitvoering
van deze verordening nodig is, desgevraagd aan door burgemeester en
wethouders respectievelijk door de in artikel 4.17, eerste lid be
doelde onafhankelijke instantie(s) aangewezen personen gegevens te
verstrekken, inzage te geven in zijn boeken en bescheiden en toegang
te verlenen tot zijn bedrijfsruimten.
Atikel 4.19
1 Burgemeester en wethouders bepalen bij hun besluit tot toekennen
van steun het definitieve steunbedrag tenzij het betreft steun
ingevolge artikel 4.7 van deze verordening.
2. De gegevens voor de vaststelling van de definitieve uitkering als
bedoeld in artikel 4.7 dient de aanvrager binnen drie maanden na
afloop van het boekjaar waarop de uitkering betrekking heeft aan
burgemeester en wethouders te verstrekken.
Burgemeester en wethouders bepalen binnen twee maanden nadat deze
gegevens zijn ontvangen het definitieve steunbedrag.
3. Indien gunstig wordt beslist op de aanvraag omgeldelijke steun
kan aan de aanvrager in daartoe aanleiding gevende gevallen een
voorschot worden verstrekt.