De heer VAN YPEREN wijst erop dat bij het jaarlijks te nemen Volumebesluit moet worden vastgesteld welke bedragen er beschikbaar zijn voor de verschillende categorieën zoals eigenaars-bewoners, eigenaren-niet bewoners, bedrijven en instel lingen, monumenten maar ook huurders. Dit kan weliswaar leiden tot een aantal nul- besluiten maar het is naar zijn mening wel de bedoeling van de Staatssecretaris dat alle categorieën worden opgenomen. Het is naar zijn mening wel degelijk mogelijk dat een huurder, wanneer de eigenaar van zijn woning achterblijft met onderhoud of verbeteringen, zelfstandig een subsidie voor die verbetering aanvraagt. Hij stelt daarom voor de regeling opnieuw te bekijken en daaraan een zelfstandige paragraaf voor de categorie huurders toe te voegen. De VOORZITTER zet uiteen dat in de eerste plaats de minister heeft nage laten een eigen regeling te treffen voor de categorie huurders van particuliere huur woningen. Bovendien is er voor deze categorie geen geld beschikbaar gesteld. Op de derde plaats zijn er geen aanvragen in deze categorie. Het college wil daarom deze hele zaak op zich af laten komen en zal voorstellen tot wijziging van deze verordening doen zodra de rijksregeling daarvoor bekendis. De heer VAN YPEREN stelt dat er geen aanvragen zijn omdat er ook geen publicatie van de mogelijkheden heeft plaatsgevonden. Zodra dit wel het geval is zullen er ongetwijfeld aanvragen komen. Hij vindt het daarom noodzakelijk dat er ten minste een nul-besluit voor de huurwoningen wordt genomen. De VOORZITTER erkent dat dit een tekortkoming in het Volumebesluit is; de categorie huurders van particuliere woningen wordt wel in de regeling erkend maar er zijn daarvoor geen gelden beschikbaar en daarom wordt er geen besluit over genomen. De heer VAN YPEREN kan alleen akkoord gaan met het Volumebesluit wanneer daarin het volgend jaar een besluit zal zijn opgenomen rond de geldelijke subsidie van de categorie huurders. Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals op de agenda is voorgesteld 18. SCHRIFTELIJKE VRAGEN. Door de heer PEGEL is op 13 augustus 1985 een schriftelijke vraag inge diend over de wijze waarop de invulling van de arbeidsduurverkorting bij de gemeente Nieuw-Ginneken plaatsvindt. De heer PEGEL verdedigt zijn stellingname dat het voor een invulling van de arbeidsduurverkorting door de ambtenaren niet noodzakelijk is het gemeente huis e'én vrijdagmiddag per 14 dagen te sluiten; ja zelfs ongewenst is. Weliswaar hebben de ambtenaren daarvoor ingeleverd maar dat is ook in het bedrijfs leven gebeurd. De bedoeling daarvan is geweest de werkgelegenheid te bevorderen, helaas worden er in het bedrijfsleven maar 25% van vrijkomende uren herbezet; bij de overheid is dat driemaal zoveel. In het bedrijfsleven is er altijd naar gestreefd de bedrijven niet te sluiten maar middels het inroosteren van vrije uren toch door te draaien en het aantal werkuren per week wordt hier en daar zelfs uitgebreid tot 42g uur. Het is opzichzelf juist dat de ambtenaren inspraak hebben bij de wijze waar op de A.D.V. wordt ingevuld maar er zijn voldoende andere creatieve wijzen te bedenken dan het sluiten op vrijdagmiddag; het is al erg genoeg dat dit op goede vrijdag zo is. Wanneer mensen ziek zijn of verlofdagen hebben worden zij ook door collega's vervangen. Kern van de zaak blijft dat het gemeentehuis elke vrijdagmiddag bereikbaar moet blijven, niet uitsluitend voor het publiek maar vooral ook voor andere gemeenten, provincie, bedrijven en instellingen die met het gemeentehuis contact willen hebben. De openstelling van de afdeling Burgerzaken op zaterdagmorgen staat los daar van. Spreker stelt daarom voor de geldende regeling in te trekken en deze te vervangen door een nieuwe. Mevrouw BOGMANS memoreert aan de twee vergaderingen van het Georganiseerd Overleg binnen de gemeente Nieuw-Ginneken welke aan deze kwestie gewijd zijn en waaraan ook door een vertegenwoordiger van de V.V.D. is deelgenomen. All.q argumenten, voors en tegens, en alternatieven zijn daarbij over tafel gegaan ook die welke nu door de heer Pegel naar voren zijn gebracht. Uiteindelijk heeft het Georganiseerd Overleg het college unaniem aanbevolen 1 vrije middag in de 14 dagen in te stellen en het college heeft dit advies overgenomen. Hierdoor is het effect van de arbeidsduur verkorting zichtbaar geworden en het college heeft toegezegd de herbezettingsgelden

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 342