Het college ziet dan ook geen aanleiding aan mevr. Jochems enige tegemoetkoming
toe te kennen.
Het fietspad langs de Heistraat ia inderdaad voor een gedeelte overgroeid
en daaraan zal de nodige aandacht worden besteed. Helaas is het zo dat de
toeristische fietspaden aan de smalle kant zijn. In het kader van het totale
fietspadenplan van het Stadsgewest Breda zal geprobeerd worden deze fiets
paden op 2 meter te brengen. Zodra de wethouder zelf de relatie-nota voor
het beheersgebied Strijbeeksebeek heeft bestudeerd zal deze aan de
Raad ter inzage worden gegeven. De schaarse verlichting langs de Markweg
is een gevolg van de keuze van de Raad voor energie-arme lampen.
De heer VAN DUN vraagt de lantaarnpalen langs de Markweg te voorzien
van grotere lampen mede in verband met de gevaarlijke bocht in deze weg.
WETHOUDER VERKOOIJEN zegt toe de situatie ter plaatse 's avonds
te zullen bekijken met een van de medewerkers van de afdeling Openbare Werken.
Aan de heer van Yperen vraagt hij of deze de markeringspaaltjes aan de Past.
Doensstraat reeds heeft gezien.
De heer VAN YPEREN antwoordt dat de paaltjes keurig zijn maar
de mensen storen zich daar niet aan bij het parkeren. Hij vraagt daarom
om extra politie toezicht.
WETHOUDER VERKOOIJEN zal dit doorgeven aan de Rijkspolitie.
De VOORZITTER zet uiteen dat het college al enige tijd studeert
op concrete voorstellen om te komen tot de aanwijzing van bouwlokaties in
Ulvenhout,zoals besproken met de commissie Ruimtelijke Ordening. Deze voor
stellen zullen worden onderbouwd door een studie van het ETIN,welke in de
loop van de maand oktober gereed zal komen. Er zullen in Ulvenhout bouwlokaties
moeten komen ter wille van een stuk verjonging. Dit rapport moet uitmonden
in een ontwerp-bestemmingsplan wat ter vooroverleg moet worden gezonden
aan de Provincie. Daarna moet er een hoorzitting worden gehouden en kan
het bestemmingsplan door de Raad worden vastgesteld. De commissie Ruimtelijke
Ordening mag dit plan in de komende maanden tegemoet zien.
Het college ontvangt wekelijks tientallen circulaires ter kennisname, onder
andere over L.P.G.-kwesties. Niet iedere circulaire heeft consequenties voor de
gemeente Nieuw-Ginneken. Momenteel is over saneringsplannen terzake niets te melden.
Met betrekking tot de S-11 heeft de commissie Verkeer uit de Provinciale
Staten een negatief advies uitgebracht aan Gedeputeerde Staten om de S-11
op het Provinciaal Wegenplan te plaatsen. Er zal daarom moeten worden afge
wacht of Gedeputeerde Staten achter het verzoek van Nieuw-Ginneken gaan staan
om de S-11 toch daarop te brengen.
De heer VAN DER WESTERLAKEN vraagt of Gedeputeerde Staten het
plan opstellen en Provinciale Staten het vaststellen.
De VOORZITTER beaamt dat dit juist is. Men moet echter in alle
redelijkheid aannemen dat als een commissie een negatief advies uitbrengt
Provinciale Staten daarvan niet licht zullen afwijken.
Met betrekking tot het beheersgebied Strijbeeksebeek merkt de
heer VAN GESTEL op dat hij het een slechte zaak vindt dat het Ministerie
van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer een plan maakt
zonder daarin ruimte te bieden voor inspraak door de gemeente, het Water
schap, de eigenaren en standsorganisaties. Het is op zich logisch dat
er natuurgebieden worden aangewezen om de oorspronkelijke staat van wellicht
tweehonderd jaar terug in stand te houden maar alle betrokkenen moeten daar
in gekend worden.