-50- Ik wil in deze beschouwingen graag ingaan op deze vragen, maar dan in meer algemene zin en niet slechts gericht op de mogelijkheid om te kernen tot een gecombineerde Conmissie Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken en Verkeer. Een goede afstemming van beleidsopvattingen van college en raad in een zo vroeg mogelijk stadium verhoogt de kwaliteit van het bestuur. Bij die af stemming moet dan ook optimaal gebruik gemaakt worden van de inbreng van alle gemeenteraadsfracties. Uitgangspunt bij het bepalen van het aantal leden van een conmissie moet daarom zijn dat alle fracties in principe in alle cartmissies vertegenwoor digd moeten kunnen zijn. Zeker in de Commissie Ruimtelijke Ordening, al dan niet gecombineerd met Openbare Werken en Verkeer, is een vroegtijdige inbreng van alle fracties uit de raad essentieel. Het voorzitterschap van een commissie dient in handen te zijn van het college lid dat dat beleidsterrein in zijn of haar portefeuille heeft. Als één lid van het college zowel ruimtelijke ordening, openbare werken als verkeer be heert is er geen sprake meer van een evenwichtige verdeling van de porte feuilles Het instellen van ccnmissies met een heel breed aandachtsgebied kan ook de vrijheid van de fracties beperken bij het verdelen van taken tussen de fractieleden onderling. Het samenvoegen van de Commissies Ruimtelijke Ordening, Openbare Werken en Verkeer kan leiden tot zodanig volle agenda's dat een zorgvuldige behandeling in het gedrang komt. Zoals U in de afgelopen jaren heeft kunnen constateren, is de PvdA bereid een grote bijdrage te leveren aan het commissiewerk. Ook aan de discussie over het verbeteren van het functioneren van commissies willen wij aktief deelnemen en daarbij suggesties inbrengen. Deze betreffen niet alleen de eerder genoemde vraagpunten, maar o.a. ook de planning van commissievergaderingen en de mogelijke participatie van niet-raadsleden in raadscommissies. Ik stel U voor deze discussie in de Commissie Algemene en Juridische Zaken te voeren, zodat hieraan meer recht gedaan kan worden dan door middel van deze algemene beschouwingen kan gebeuren. Wij zijn het eens met Uw uitgangspunt dat de herbezettingsgelden, die door de arbeidsduurverkorting door de ambtenaren zijn opgebracht, daadwerkelijk gebruikt moeten warden voor uitbreiding van de personeelssterkte.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 497