Sprekend over het verschil tussen een dorpspoliticus en een landelijke politicus is hij van mening dat de dorpspoliticus het gemakkelijker heeft. Beiden kunnen een duidelijk programma hebben maar de dorpspoliticus wordt niet voor de voeten gelopen door uitspraken van partijleden in hogere organen. Een voorbeeld daarvan is terug te vinden in Dagblad De Stem van 6 juli jl.f waar de problematiek van de omleiding rond Ulvenhout wordt behandeld. Daarin zegt een statenlid van een landelijke politieke partij dat de provinciale verantwoordelijkheid begint bij de Zuid-kant van Ulven hout, Ulvenhout behoort tot het centraal stedelijk gebied van Breda. Ver volgens worden Gedeputeerde Staten geadviseerd van een omlegging af te zien. Voorwaar een duidelijk voorbeeld van de wijze waarop de landelijke politiek waakt over de belangen van een kleine gemeente. Hierna verleent de VOORZITTER het woord aan de fraktievoorzitter van de V.V.D. De heer PLATZBEECKER is van mening dat het College korrekt heeft gereageerd op de Algemene Beschouwingen, er resten hem nog enkele kantteke ningen. Met betrekking tot de arbeidsduurverkorting is zijn fraktie bevreesd dat de dienstverlening aan de burgers op vrijdagmiddag in het gedrang komt, zij dringt er daarom op aan deze zo goed mogelijk te doen plaatsvinden. Drie jaar geleden werd door de V.V.D.-fraktie als eerste aandacht geschonken aan openbare orde en veiligheid. Anno 1985 hebben alle frakties dit als belangrijk onderwerp in hun Algemene Beschouwingen opgenomen. Zijn fraktie is daar blij mee omdat er zonder goede openbare orde en veiligheid geen sprake kan zijn van een goed welzijn. Het College wordt met klem verzocht de nodige aandacht te besteden aan de bewaking van de privacy van de individuele burger wanneer na 1 januari 1986 de bevolkingsadministratie geautomatiseerd gaat worden. Ten aanzien van de sportaccommodaties vraagt hij of de contacten welke de wethouder na de laatste vergadering van de werkgroep nog heeft gehad met de particuliere initiatiefnemers nog iets hebben opgeleverd en wat daarvan de eventuele consequenties zijn. Met de heer Beerepoot is hij van mening dat voorstellen betreffende de sportaccommodatie op Jeugdland reeds in december in de raad moeten komen. Nu de Raad van de gemeente Breda heeft besloten tot verhoging van de gasprijs met 2 cent zal deze automatisch ook voor Nieuw- Ginneken worden doorgevoerd. Ondanks een sluitende exploitatie heeft Breda dit nodig als een bijdrage in de tekorten op de eigen begroting. Hij stelt daarom voor de extra opbrengst voor de gemeente Nieuw-Ginneken te reserveren voor welzijnsvoorzieningen. Zijn slotopmerking betreft de verhoudingen tussen landelijke en dorpspolitiek. Hij betuigt adhesie aan hetgeen de heer Beerepoot hierover heeft gezegd. Over de heer Paulussen merkt hij op dat deze in het verleden wel anders heeft gesproken over landelijke partijen en ook andere belang stelling heeft getoond. Aansluitend hierop vraagt de heer VAN DEN BROECK het College meer concreet inzicht te geven in de mogelijke bouwlocaties in Ulvenhout. Daarnaast wil hij weten of een beperkte bouwstroom in Ulvenhout ten koste zal gaan van de bouwcapaciteit in De Bunder. Hij vraagt het College een aktiever voorlichtingsbeleid te voeren in de richting van de doelgroepen voor het Bedrijventerrein De Bunder in Bavel. Dit zou kunnen gebeuren middels een folder waarin de diverse subsidiemogelijkheden zijn verwerkt. Vervolgens geeft de VOORZITTER het woord aan de heer Willemsen van de fraktie Gemeentebelangen Galder/Strijbeek. Ook hij dankt het College voor de uitvoerige beantwoording van de Algemene Beschouwingen. Hij is van mening dat de onderwijsbelangen in Ulvenhout niet lichtvaardig mogen worden opgeofferd aan het winkelbestand. Er zou meer informatie ingewonnen kunnen worden bij het schoolbestuur, de medezeggenschapsraad, het oudercommitée en het personeel, nu na een periode van onrust geprobeerd wordt deze zaak opnieuw op te bouwen. De uitbreiding van de Leeuwerik met een dienstencentrum is een zaak waar de gemeente volledig achter moet kunnen staan. Het College mag niet fungeren als een doorgeefluik van de stichting Welzijn Ouderen naar de Provincie.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1985 | | pagina 516