gemeente nieuw-ginneken
Raadsvergadering Onderwerp:
26 februari 1985 Voorstel tot vaststelling van de "Verordening gelde-
lijke voorzieningen raads- en commissieleden 1985".
Agenda Nr3
Klass. Nr. -2.07.516
Ulvenhout, 12 februari 1985.
Aan de Raad,
De behandeling van de bezuinigingsnota 1983 in de raadsvergadering
van 28 juni 1983, was voor ons aanleiding om bij de samenstelling van de begroting
1984 rekening te houden met een verlaging van de vergoeding voor raads- en commissie
leden met 10%.
Bij de vaststelling van deze begroting werd ons voorstel overgenomen
terwijl in de raadsvergadering van 28 februari 1984 werd besloten deze verlaging
te formaliseren door vaststelling van de "Verordening geldelijke voorzieningen
raads- en commissieleden 1984".
Ingevolge het Koninklijk Besluit van 23 november 1976, Stbl. 621,
tot uitvoering van de artikelen 6 4f en 64g van de gemeentewet worden de gestelde
maxima der vergoedingen voor de werkzaamheden als raadslid per 1 januari van elk
jaar door de minister van Binnenlandse Zaken herzien aan de hand van het indexcijfer
van regelingslonen van volwassen werknemers op 31 oktober van het voorafgaande
jaar.
Volgens de minister wordt ten onrechte de laatste jaren door raads
leden in dit opzicht een voorkeurspositie ingenomen, omdat op het loonindex geen
rekening wordt gehouden met de effecten van de zogenaamde Bestekkortingen, welke
kortingen wèl merkbaar zijn in het bruto-netto-traject van de ambtenarensalarissen.
Deze voorkeurspositie ten opzichte van ambtenaren moet worden geëlimineerd. Deze
eliminatie vergt een korting van 10%, maar doorvoering hiervan bleek weerstand
te ondervinden bij zowel de adviesinstanties als bij de Tweede Kamer der Staten-
Generaal
De minister werd geadviseerd voor de toekomst een bijstelling te hanteren op basis
van een zogenaamde gecorrigeerde loonindex c.q. het indexcijfer van lonen van vol
wassen werknemers voor de sector overheid op 30 september van ieder jaar. De minister
heeft dit advies overgenomen.
Nu de minister het voor raadsleden gegroeide voordeel gedeeltelijk
heeft gecorrigeerd, zijn ook wij van mening dat er weer aanleiding is de vergoedingen
voor raads- en commissieleden te brengen op 100% (thans 90%) van de bedragen zoals
die door de minister jaarlijks worden medegedeeld.
Onderstaand volgt een inzicht in deze bedragen in vergelijking met 1984.
Klasse
Aantal inwoners
Maximumvergoeding werkzaamheden raadslid
naar 100%
naar 90%
1984
1 985
1984
1985
4
10.001/12.000
4.618,
4.477,—
4.156,—
4.029,