Om te beginnen hebben wij ons georiënteerd over de huurtarieven
én het subsidiebeleid in de regio. Een overzicht hiervan ligt in het agenda
dossier voor u ter inzage. Daarenboven hebben wij onderzocht welke werkzaam
heden, welke thans worden uitgevoerd door Openbare Werken,, bij de voetbal
verenigingen kunnen worden ondergebracht.
Met de wetenschap dat het kalken van de lijnen, voorkomend schilder
werk en de bediening van de regeninstallatie reeds in eigen beheer door
de verenigingen worden uitgevoerd, hebben wij uit overwegingen van een
deugdelijk onderhoud gemeend niet verder bij de verenigingen te moeten
aandringen om te komen tot een verdergaande vorm van privatisering.
Opstelling voetbalverenigingen
Na ontvangst van ons schrijven d.d. 13 januari 1984 zijn ook de voetbal
verenigingen aktief bezig geweest om een positieve bijdrage te leveren
in deze complexe materie. Mogelijk worden ze hier toe gedwongen door een
achteruitgang van het ledental, met een als gevolg hiervan verminderde
contributieopbrengst
Staan wij op het standpunt dat gestreefd moet worden naar een redelijk
huurtarief; voor de voetbalverenigingen moet het tarief aanvaardbaar zijn.
Dit is nu het probleem!I
Reeds in de inleiding wordt gesteld dat een van de belangrijkste factoren
bij de berekening van de huurtarieven wordt ingegeven door het uitgangspunt
op basis waarvan de huurtarieven worden berekend.
De voetbalverenigingen hebben bij schrijven van 1 mei 1984 een eerste
voorstel gedaan om de volgende uitgangspunten aan te nemen:
1. Een huurprijsberekening naar veldgebruik;
2. Hiertoe een tarief te hanteren afgeleid van de tarieven voor overdekte
sportaccommodaties. De kosten van veldsport en sport in een overdekte
sportaccommodatie staan tot elkaar in een verhouding van 1:5;
3. De contributie opbrengst slechts aan te wenden voor een drieledig doel,
te weten ter betaling van de basiskosten:
a. huur voetbalvelden;
b. energiekosten;
c. contributie K.N.V.B.
Besluit van 6 juni 1984
Na afweging van alle hiervoor genoemde aspecten werd door ons
op 6 juni 1984 besloten het bestaande huurtarievenbeleid onverkort te
handhaven. Tot deze beslissing waren wij met name gekomen omdat de bestaande
huurbedragen grotendeels via de zgn. 6%-regeling van de huurovereenkomst
tot stand zijn gekomen.
Aanleiding hiertoe waren verzoeken om investeringen op de voetbalcomplexen
te realiseren, waartoe het initiatief werd genomen door de vereniging
zelf
Verder werd het voorstel van de voetbalverenigingen als een te complexe
berekening ervaren.
Bij brief van 14 juni 1984 hebben wij de besturen van de voetbal
verenigingen hiervan op de hoogte gesteld.
Huidige opstelling voetbalverenigingen
Na kennisname van onze beslissing hebben de voetbalverenigingen ons College
wederom verzocht om een onderhoud, teneinde te trachten tot een voor alle
partijen aanvaardbare oplossing te komen.
Daaropvolgend heeft ons college-lid de heer Van Gils op 26 oktober
jl. delegaties van deze besturen aanhoord en hebben wij geconstateerd
dat de voetbalverenigingen een afschaffing voorstaan van de naar hun mening
verouderde 6%-regeling en voorstander zijn van een vast huurbedrag per
voetbalveld per jaar.