(ÓJiüR
gemeente nieuw-qinneken
De Raad van de gemeente Nieuw-Ginneken;
overwegende dat de Staatssecretaris van Cultuur, Recreatie en
Maatschappelijk Werk bij beschikking d.d. 11 augustus 1980, kenmerk B.j.b.
U.53390 zich bereid heeft verklaard een rijksbijdrage toe te kennen in het
gemeentelijk subsidie ten behoeve van het enkelvoudig project gecoördineerd
bejaardenwerk in het kader van de Stichting Welzijn Ouderen Nieuw-Ginneken,
Chaam, Baarle-Nassau, Prinsenbeek en Teteringen;
dat toen op grond van het vereiste in de tijdelijke rijksbijdrag, ^ge
ling Gecoördineerd Bejaardenwerk op 13 januari 1981 bij verordening is geregel
aan welke voorschriften de in een project voor het gecoördineerd bejaarden-
werk deelnemende gemeenten alsmede de instelling gecoördineerd bejaarden-
werk moesten voldoen om voor subsidie ingevolge deze rijksbijdrageregeling
in aanmerking te komen;
overwegende dat de Tweede Kamer op 27 december 1984 middels het
zogeheten Reikwijdtebesluit het gecoördineerd bejaardenwerkonder de werking
van de Wet Bejaardenoorden (WBO) heeft gebracht, en deze werksoort als
gevolg van dit besluit per 1 januari onder de verantwoordelijkheid van de
provincie valt;
gezien het advies van de commissie van advies en bijstand aan
burgemeester en wethouders voor Welzijnszaken en van de commissie Finan-
ciën d.d. 13 januari 1986, en gehoord de oudere bevolking in deze
gemeente;
gelet op zijn besluit d.d. 30 september 1980 en voorts
gelet op de artikelen 168 en volgende van de gemeentewet en de artikelen
8 en volgende en artikel 14 van de tijdelijke rijksbijdrageregeling
Gecoördineerd Bejaardenwerkalsmede op de onderbrenging per 1 januari 1985
van de werksoort bij de Wet Bejaardenoorden;
BESLUIT:
De "Subsidieverordening Gecoördineerd Bejaardenwerk", zoals die werd
vastgesteld op 13 januari 1981 in te trekken, en vast te stellen
de navolgende "Subsidieverordening Gecoördineerd Ouderenwerk";