Tot besluit spreekt hij zijn dank uit aan een aantal mensen die hebben meege
werkt aan de totstandkoming van dit voorstel. In de eerste plaats de werkgroep
en later stuurgroep Sportaccommodaties, de Beheerscommissie Sportzaken
Bavel, de Stichting Ulvenhouts Welzijn en het bestuur van de Openbare Bibliotheek
Nieuw-Ginneken. In zijn dank betrekt hij ook degenen die hij hier heeft vergeten
te noemen, niet in de laatste plaats de Raad. Wanneer deze ja zegt, zal alles
in het werk gesteld worden om de vereiste goedkeuringen snel te verkrijgen;
de financiële goedkeuring op de begroting en de planologische goedkeuring
op de wijziging van het bestemmingsplan te Bavel.
Wethouder VERKOOIJEN wijst zijn collega op de noodzaak een kap-
vergunning aan te vragen; hij heeft begrepen dat dit inmiddels is gebeurd.
De VOORZITTER zegt toe dat alles in het werk zal worden gesteld
om in oktober de vlag in top te hijsen. In Bavel zal dit om planologische
redenen niet mogelijk zijn maar in Ulvenhout kan onmiddellijk gebouwd worden nadat
het krediet is goedgekeurd. De bestemmingsplanprocedure voor Bavel zal onmiddel
lijk aanvangen.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals op de
agenda is voorgesteld.
11. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN DE EERSTE WIJZIGING VAN DE BRANDVEILIGHEIDS
VERORDENING.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming wordt besloten zoals
op de agenda is voorgesteld.
12. VOORSTEL TOT HET VERDAGEN VAN DE BESLISSING OP HET BEROEPSCHRIFT VAN
DE HEER P. VERSCHUUR TEGEN WEIGERING BOUWVERGUNNING.
De heer VAN DEN BROECK vraagt of overschrijding van de termijn
van drie maanden waarbinnen beslist moet worden juridische gevolgen heeft.
Ook wil hij graag weten hoe de stand van zaken is met betrekking tot de harmo
nisatie van de voorschriften voor kleine zaken in diverse bestemmingsplannen.
De VOORZITTER antwoordt dat de in de wet genoemde termijn geen
fatale termijn is. Daar waar de unificatie van de bestemmingsplannen nog
niet formeel is geregeld wordt deze door het College wel toegepast. De burger
kan er daarom op vertrouwen dat de voor hem meest gunstige regel wordt toegepast.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals op de
agenda is voorgesteld.
Hierna schorst de VOORZITTER de vergadering voor een korte koffie
pauze. Na heropening van de vergadering stelt de VOORZITTER aan de orde:
13. VOORSTEL INZAKE HET ONTWERP VAN DE PARTIËLE HERZIENING 1985 VAN HET STREEK
PLAN WEST-BRABANT.
De heer PAULUSSEN stelt dat 15% van de woningbouwcontingenten
moet worden ingeleverd voor de zogenaamde stadsregionale pot. Hij vraagt
onder welke voorwaarden daarvan gebruik gemaakt kan worden en of dat meer
of minder dan die 15% kan zijn.
Wethouder VERKOOIJEN antwoordt dat met uitzondering van Breda
alle stadsgewestgemeenten moeten inleveren. De woningbouwcontingenten zullen
tot het jaar 1990 teruglopen. Voor Nieuw-Ginneken betekent dit van 90 tot
105 woningen per jaar terug naar 60 a 65 woningen. Daarbij moet worden aan
getekend dat Nieuw-Ginneken in 1984 en 1985 te veel gebouwd heeft. Deze aan
tallen gelden voor alle woningen in de vrije sektor en de sociale sector
te zamen.
De heer PAULUSSEN herhaalt zijn vraag onder welke voorwaarden
een beroep gedaan kan worden op de stadsregionale pot.
Wethouder VERKOOIJEN antwoordt dat die voorwaarden nog niet bekend
zijn omdat het overleg daarover nog lopende is. Wil een gemeente echter een
beroep doen op de stadsregionale pot dan zal zij ten minste moeten aantonen
dat er een achterstand is ontstaan in de honorering van aanvragen om woningen
in hoofdzaak in de sociale sector. Er zal echter als een vaststaand feit
geaccepteerd moeten worden dat er de komende jaren minder gebouwd gaat worden.