3 Artikel 3 1. Aan de instelling kan subsidie worden verleend wanneer zij voldoet aan de bepalingen in deze verordening. 2. Jaarlijks wordt in de gemeentebegroting als subsidie voor het gecoördineerd ouderenwerk een bedrag opgenomen overeenkomstig het bepaalde in artikel 6 onder het voorbehoud, dat ingevolge de provinciale bijdrageregeling een provinciale bijdrage van 80% in dat deel van de subsidiabele kosten van het project wordt verkregen hetwelk overeenkomt met de personeelskosten in het subsidiejaar van de beroepskracht. 3. Subsidie wordt elk jaar en tot wederopzegging aan de instelling toegekend; de in het project deelnemende gemeenten, Nieuw-Ginneken - Chaam - Baarle- Nassau - Prinsenbeek en Teteringen dragen daarin bij naar verhouding van hun inwonersaantallen, waarbij wordt uitgegaan van de aantallen inwoners zoals deze laatstelijk door het Centraal Bureau voor de Statistiek zijn openbaar gemaakt. 4. Het subsidie wordt verleend onder voorwaarde dat de gemeenten: Nieuw-Ginneke., Chaam - Baarle-Nassau - Prinsenbeek en Teteringen aan de instelling subsidie verlenen tot de bedragen overeenkomstig het gestelde onder 3. Artikel 4 1. Deze overeenkomst is voor onbepaalde tijd. 2. De gemeenten Nieuw-GinnekenBaarle-Nassau, Chaam, Prinsenbeek en Tete ringen kunnen deze overeenkomst opzeggen tegen 1 januari van enig jaar, doch met een opzegtermijn van tenminste drie jaar. 3. In geval van opzegging door de gemeenten Nieuw-Ginneken, Baarle-Nassau, Chaam, Prinsenbeek en Teteringen blijft deze gemeente gehouden haar aan deel in de regionale kosten, als gesteld in artikel 3 te blijven voldoen gedurende de in het tweede lid bedoelde opzegtermijn. Artikel 5 Aan het project is tenminste één beroepskracht met volledige dagtaak verbonden, die belast is met de leiding van het project. Artikel 6 1. Het subsidie over enig jaar is gelijk aan het exploitatie-tekort van het onder het bestuur van de instelling staande project over dat jaar, echter met een maximum van een voor dat jaar vastgesteld bedrag, dat wordt berekend door uit te gaan van het laatst vastgesteld bedrag per jaar en rekening te houden met de jaarlijkse ontwikkelingen van lonen en prijzen. 2. De vaststelling van de jaarlijkse ontwikkelingen van lonen en prijzen ge schiedt volgens dezelfde methode als door G.S. wordt gehanteerd voor de vaststelling van de maximale provinciale bijdrage, als genoemd in artikel 8 van de provinciale bijdrageregeling welke identiek is aan de rijksbijdrage regeling.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 12