NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DE RAAD VAN 15 APRIL 1986.
Aanwezig
de leden van de Raad, mevr. F.W.M. Bogmans en de heren
drs. A.J. Beerepoot, J.L.L. van den Broeck, J.A. van
Dun, J.B.A. van Gestel, J.H. van Gils, F.L.M. Paulussen,
ir. R.H. Pegel, H.H.M. PlatzbeeckerJ.A. Rops, P.H.M.
Teunissen, J.C. Verkooijen, J.C. van der Westerlaken,
W. Ch. Willemsen en P. van Yperen;
voorzitter
secretaris
drs. M.J.H. van de Ven;
B.M. van Oers, waarnemend.
De VOORZITTER opent deze laatste raadsvergadering in de
zittingsperiode 1982 - 1986. Nadat hij eenieder heeft welkom geheten
stelt hij aan de orde:
1NOTULEN
De notulen van de raadsvergadering van 24 maart 1986 worden
in een volgende vergadering aangeboden.
2. INGEKOMEN STUKKEN.
Onder d. is ter inzage gelegd een rapport van de Centrale
Landinrichtingscommissie inhoudende de zienswijze op het landinrichtings-
gebied Ulvenhout-Galder
De heren WILLEMSEN, V.D. WESTERLAKEN en ROPS vragen welke consequenties
dit rapport voor het betreffende gebied zal hebben.
De VOORZITTER zet uiteen dat door de N.C.B. namens de
plaatselijke agrarische bonden een verzoek tot ruilverkaveling is ingediend
bij Gedeputeerde Staten. Het betreft een gebied van 2600 ha. waarin een
zeer groot gedeelte van Ulvenhout en Galder is gelegen. Het is gebruikelijk
dat Gedeputeerde Staten een dergelijk verzoek in handen stellen van
een commissie voor een eerste beoordeling. Deze commissie is de Centrale
Landinrichtingscommissie waarin een aantal rijksinstituten zijn vertegen
woordigd. Het voorliggende rapport geeft een inventarisatie van de knel
punten vanuit de agrarische invalshoek en tevens van de opvattingen zoals
die zijn vastgelegd in het bestemmingsplan en in het streekplan. Of het
inderdaad tot een herinrichting van dit gebied zal komen is ter beoor
deling van Gedeputeerde Staten, Een dergelijke procedure kan wel een
periode van 15 jaar beslaan, het verzoek dateert van 1981. In de eind
situatie zal de gemeente Nieuw-Ginneken moeten beoordelen of de voor
te stellen ruilverkaveling in overeenstemming is met het bestemmingsplan
"Buitengebied" en of eventuele belemmeringen opgeheven dienen te worden.
In dit ruilverkavelingsgebied is ook gelegen een kleiner gebied van 200
ha. behorende tot het zogenaamde relatie-nota gebied van de Strijbeekse-
beek. In dit laatste gebied wordt een aantal landschappelijke en natuur
wetenschappelijke waarden aangetroffen welke geconserveerd dienen te
worden. Daartoe is een aparte commissie in het leven geroepen welke er
naar streeft middels overleg en op basis van vrijwilligheid te komen
tot beheersovereenkomsten met de gebruikers en eigenaren van de betreffende
gronden. Zo'n overeenkomst moet waarborgen bieden dat de aanwezige land
schappelijke en natuurwetenschappelijke waarden behouden blijven en dat