de schade die daaruit voortvloeit aan de eigenaren en gebruikers wordt vergoed. De heer PAULUSSEN voegt daaraan toe dat Gedeputeerde Staten eerst tot ruilverkaveling besluiten nadat daarover in de streek een stemming heeft plaatsgevonden. De heer VAN GESTEL merkt op dat het aangaan van een beheers overeenkomst geen vrijblijvende zaak is. Door omstandigheden kan men ook daartoe gedwongen zijn. De VOORZITTER antwoordt dat het nog vele jaren kan gaan duren voordat een en ander gerealiseerd zal worden. Dit is niet het moment om daarop tot in detail in te gaan. Hierna worden alle op de agenda geplaatste stukken voor kennisgeving aangenomen. 2a. VOORSTEL TOT ONDERZOEK VAN DE GELOOFSBRIEVEN EN TOELATING VAN DE NIEUW BENOEMDE RAADSLEDEN. Ingevolge de artikelen 5 en 6 van het Reglement van Orde op de vergadering van de Raad moet een commissie uit de Raad worden gevormd die de geloofsbrieven onderzoekt en daarna rapport uitbrengt aan de Raad. Deze commissie wordt gevormd door de heren Rops, van Yperen en Platzbeeckerter assistentie wordt daaraan toegevoegd de heer van Oers, loco-secretaris. Hierna schort de VOORZITTER de vergadering. Na heropening van de vergadering brengt de heer PLATZBEECKER verslag uit van het onderzoek der geloofsbrieven. De commissie heeft alle stukken in orde bevonden en adviseert tot toelating van de nieuw benoemde raadsleden over te gaan. Zonder beraadslaging wordt besloten tot toelating van de nieuw benoemde raadsleden zoals op de agenda is voorgesteld. 3. VOORSTEL TOT AANWIJZING VAN EEN LID VAN DE ALGEMENE VERGADERING VAN HET HOOGHEEMRAADSCHAP WEST-BRABANT. De heer VAN GESTEL heeft geen bezwaar tegen de persoon van de heer Dosker maar vraagt zich wel af of de gemeente voldoende vrijheid houdt om bij een volgende gelegenheid opnieuw een vertegenwoordiger aan te wijzen uit de gemeenten in het zuidelijk gebied. Hierna wordt bij acclamatie besloten de heer Dosker aan te wijzen voor de lopende bestuursperiode van het Hoogheemraadschap. 4. VOORSTEL TOT VASTSTELLING VAN HET "VOLUME-BESLUIT STADSVERNIEUWING 1986" ZOALS BEDOELD IN DE WET OP DE STADS- EN DORPSVERNIEUWING. Als aanvulling bij dit agendapunt deelt wethouder VAN GILS mede dat heel recentelijk een brief is ontvangen van het bestuur van de parochie Sint Laurentius te Ulvenhout waarin wordt gevraagd in de toekomst gelden te reserveren voor onderhoud aan gebouwen welke zij beheren in casu de kerk te Ulvenhout. Het college heeft zich daarover nog niet uitgesproken maar al wel beraden en meent dat dit object wellicht in aanmerking zou kunnen komen voor de voor dit doel door de provincie Noord-Brabant gereserveerde gelden. De heer WILLEMSEN vraagt of het door de provincie toegekende bedrag voor stadsvernieuwingsaktiviteiten afhankelijk is van het aantal ingediende projecten. De heer TEUNISSEN vraagt of er van het kerkbestuur te Bavel ook een soortgelijk verzoek is als van Ulvenhout. De heer VAN DEN BROECK vraagt zich af of het niet mogelijk is de kerk in Ulvenhout op de monumentenlijst te plaatsen. Het onderhoud daarvan is dan voor een groot gedeelte automatisch verzekerd.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 156