NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DE RAAD VAN 29 APRIL 1986.
Aanwezig
- de leden van de Raad: de dames F.W.M. Bogmans en W. Hout-Moermond
de heren J.B.A. van Gestel, H.M.C.J. van Gils,
J.H. van Gils,drs A.van Harten,A.T.M. van Hulst,
F.L.M. Paulussen, G. Posthuma, J.A. Rops,
P.H.M. Teunissen, J.C. van der Westerlaken,
W.Ch. Willemsen, P. van Yperen en B. Zwijnenburg;
Voorzitter: Drs. M.J.H. van de Ven;
Secretaris Mr. Drs. Th. Bossink.
De VOORZITTER opent de vergadering met het gebruikelijke gebed en heet
eenieder hartelijk welkom. In het bijzonder de nieuw benoemde leden van de Raad
die de komende vier jaren de belangen van de gemeente Nieuw-Ginneken naar beste
vermogen moeten dienen. Hij feliciteert de leden van de Raad met hun benoeming.
Een benoeming die voor hen individueel, voor de diverse fracties en partijen en
voor de Raad als geheel verplichtingen met zich brengt. De Raad is het hoogste
bestuursorgaan van de gemeente en ingevolge de gemeentewet belast met het volle
bestuur daarvan. Het zwaartepunt van de bestuursmacht behoort naar goede democrati
sche beginselen bij de Raad te liggen. Gekozen door en vanuit de bevolking moet
's Raads uitspraak bepalend zijn voor de beleidsdoeleinden zoals die in gezamenlijk
heid worden gesteld. Een gezamenlijkheid die stoelt op de wil van individuën en
partijen om met elkaar samen te werken. Samen te werken omdat men elkaar heeft
weten te vinden op een aantal programmatische doelstellingen, neergelegd in een
collegeprogram voor een periode van 4 jaren. Voor het College van Burgemeester
en Wethouders is zo'n collegeprogramma richtinggevend. Het is goed wanneer velen
zich in zo'n collegeprogramma hebben kunnen vinden omdat dan ook velen een brede
steun en ruimte tot handelen aan het College kunnen geven.
Het is zeker goed
wanneer die steun komt uit een Raad als deze, die een grote diversiteit aan partijen
kent. Hij spreekt daarom de hoop uit dat het in de komende raadsperiode mogelijk,
zal zijn om samen te werken in harmonie; op die wijze worden de belangen van de
inwoners van Nieuw-Ginneken het beste gediend. Om die harmonie te kunnen bereiken
is het nodig de eigen standpunten te relativeren, kunnen geven en nemen, het kunnen
bieden van ruimte aan standpunten die niet door allen worden gedragen.
De VOORZITTER hoopt op deze wijze leiding te kunnen geven aan een Raad die het
waard is aan het hoofd te staan van een goede gemeente en een gemeente die het
waard is een goede Raad te hebben. Vanuit dat perspectief wenst hij de leden van
de Raad nogmaals geluk met hun benoeming, maar nog veel meer wenst hij hen wijsheid
en moed om deze niet lichte taak van volksvertegenwoordiger tot een goed einde
te brengen. Vervolgens stelt hij aan de orde:
1. AFLEGGEN VAN EDEN OF BELOFTEN ALS BEDOELD IN ARTIKEL 45 DER GEMEENTEWET.
De zuiveringseed wordt achtereenvolgens afgelegd door de heren J.B.A.
van Gestel, J.A. Rops, A. van Harten, B. Zwijnenburg, A.T.M. van Hulst, J.C. van
der Westerlaken, F.L.M. Paulussen, W.Ch. Willemsen, mevr. W. Hout-Moermond, de
heren H.M.C.J. van Gils, P. van Yperen, J.H. van Gils en P.H.M. Teunissen. De zui
veringsbelofte wordt afgelegd door mevr. F.W.M. Bogmans en de heer G. Posthuma.
In dezelfde volgorde als hierboven aangegeven worden daarna de ambts
eed respectievelijk ambtsbelofte afgelegd.
Nadat alle raadsleden opnieuw hebben plaatsgenomen stelt de VOORZIT-
Ter de heer van Harten in de gelegenheid tot het indienen van een motie.