-2-
Hoofdstuk 4 Sanering milieuhinderlijke bedrijven
Paragraaf 1 Algemene bepalingen
ARTIKEL 4.1.
1. In deze verordening wordt verstaan onder:
a. ondernemer: een natuurlijke persoon of een rechtspersoon die recht
matig een bedrijf uitoefent;
b. winst: de winst die dient als grondslag voor de berekening van de
inkomstenbelasting of de vennootschapsbelasting, met dien verstande
dat indien de ondernemer een rechtspersoon is, daaronder mede wordt
verstaan de beloning van de bestuurdersen de daaraan verbonden
ten laste van de rechtspersoon komende sociale lasten;
c. milieuhinderlijk bedrijf: bedrijf dat in ontoelaatbare mate gevaar,
schade of hinder veroorzaakt;
d. sanering: het treffen van maatregelen ter vermindering van gevaar,
schade of hinder;
2. Indien een onderneming wordt bestuurd door meer dan één ondernemer,
worden deze voor de toepassing van deze verordening als één ondernemer
aangemerkt.
ARTIKEL 4.2
Burgemeester en Wethouders kunnen geldelijke steun toekennen ten behoeve
van de sanering van een door hen als zodanig aangewezen milieuhinderlijk
bedrijf. De sanering kan betrekking hebben op sanering ter plaatse, sanering
door verplaatsing of sanering door beëindiging van het bedrijf.
ARTIKEL 4.3.
1. Een bijdrage kan slechts worden verleend indien de sanering geschiedt
op de wijze die het meest doelmatig is, mede gelet op de bedrijfsecono
mische perspectieven van het bedrijf en de gewenste ruimtelijk-economische
structuur van het betrokken gebied.
2. In het algemeen zal een bijdrage voor sanering door VERPLAATSING slechts
worden verleend, indien die vorm van sanering als de meest doelmatige
kan worden beschouwd.
3. In zoverre in afwijking van het bepaalde in het eerste lid zal, indien
sanering TER PLAATSE het meest doelmatig is, een eventuele bijdrage
ten behoeve van de verplaatsing van het bedrijf niet méér bedragen
a dan de steun die bij sanering ter plaatse zou worden toegekend.
4. Een bijdrage ten behoeve van de sanering door BEËINDIGING kan slechts
worden verleend, indien redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de
continuïteit van het bedrijf na sanering ter plaatse, dan wel na sanering
door verplaatsing ten gevolge van de daaruit voortvloeiende kosten
niet verzekerd is.
ARTIKEL 4.4.
1. Geldelijke steun aan ondernemers als bedoeld in artikel 4.2. wordt
slechts toegekend:
a. indien de sanering noodzakelijk en voldoende is om gevaar, schade
of hinder tot een aanvaardbaar peil terug te brengen;
b. indien bij de onderneming niet meer dan 50 personen werkzaam zijn;
c. indien het bedrijf dat voortgezet dan wel verplaatst wordt levens
vatbaar is;
d. in bijzondere gevallen kunnen burgemeester en wethouders aan de
onder b. genoemde eis ontheffing verlenen.
2. De te verlenen steun bedraagt maximaal 250.000,-- per ondernemer.