1
-3-
ARTIKEL 4.5.
1. Steun aan een ondernemer wordt niet toegekend: voor zover een ondernemer
geldelijke aanspraken ter zake heeft ontleend of kan ontlenen aan andere
regelingen van welke aard ook, met uitzondering van de Algemene bijstands
wet (Stb. 1963, 284), de Wet investeringsrekening (Stb. 1978, 368)
en de Hoofdlijnen bedrijfsbeëindigingshulp 1984 (Stcrt. 1983, nr. 216).
2. Het bepaalde in het eerste lid geldt niet ter zake van bedrijfsbeëindigings
steun, voor zover de geldelijke aanspraken die de betrokkene aan andere
regelingen heeft ontleend of kan ontlenen, in mindering zijn of kunnen
worden gebracht op uitkeringen ingevolge de Hoofdlijnen bedrijfsbeëindi
gingshulp 1984.
ARTIKEL 4.6.
Niet in aanmerking voor geldelijke steun op grond van dit hoofdstuk komen:
a. inrichtingen, aangewezen krachtens artikel 19 van de Wet inzake de
luchtverontreiniging of krachtens artikel 16 van de Wet geluidhinder,
alsmede inrichtingen als bedoeld in artikel 31, eerste lid, sub a en
b, en tweede lid van de Afvalstoffenwet;
b. inrichtingen waarvoor specifieke saneringsregelingen gelden.
l' ARTIKEL 4.7.
In geval van sanering door verplaatsing, wordt de steun in ieder geval
toegekend onder de voorwaarde dat de ten behoeve van het bedrijf met
het oog op de daarin of daardoor verrichte activiteiten vereiste ver
gunningen krachtens de in artikel 6 van de Wet algemene bepalingen
milieuhygiëne genoemde wetten worden verleend.
Paragraaf 2 Sanering ter plaatse of door verplaatsing
ARTIKEL 4.8.
Aan een ondernemer die zijn bedrijf saneert door het treffen van voor
zieningen ter plaatse kan een bijdrage-ineens worden verstrekt in de
kosten van:
a. het treffen van noodzakelijke voorzieningen als bedoeld in artikel
4.10;
b. de hogere huur als bedoeld in artikel 4.11;
c. de herinrichtingskosten als bedoeld in artikel 4.12;
d. de stagnatieschade als bedoeld in artikel 4.14.
ARTIKEL 4.9.
Aan een ondernemer die zijn bedrijf saneert door verplaatsing kan een
bijdrage-ineens worden verstrekt in de kosten van:
a. het treffen van noodzakelijke voorzieningen als bedoeld in artikel
4. 10;
b. de hogere huur als bedoeld in artikel 4.11;
c. de hogere huisvestigingskosten als bedoeld in artikel 4.11;
d. de herinrichtingskosten als bedoeld in artikel 4.12;
e. de verhuizing als bedoeld in artikel 4.13;
f. de stagnatieschade als bedoeld in artikel 4.14.
ARTIKEL 4.10.
1Aan een ondernemer kan steun worden verleend voor het aanbrengen van
voorzieningen, welke noodzakelijk zijn voor het tot een aanvaardbaar
peil terugbrengen van gevaar, schade of hinder, door het bedrijf in
zijn omgeving veroorzaakt;
2. De steun wordt toegekend onder de voorwaarde dat bij het aanbrengen
van de in het eerste lid genoemde voorzieningen niet geheel of gedeelte
lijk wordt gehandeld in strijd met artikel 3 van het Vestigingsbesluit
bouwnijverheidsbedrijven 1958;
3. De steun zal een redelijke bijdrage-ineens in de kosten van de bedoelde
voorzieningen zijn.