-9-
In
Ook bomen worden nu eenmaal oud en verslijten en moeten dan gekapt
worden. Daarin kan zijns inziens een modus gevonden worden om ze te
kappen met de gelijktijdige oplegging van een herplantplicht. Bij de
vaststelling van het bestemmingsplan Buitengebied zijn vele bezwaar
schriften ingediend. Niet eenieder heeft gehoor gevonden en er zijn
compromissen gesloten. Dat betekent dat de eigenaren de grond kunnen
gebruiken in de staat zoals deze er nu ligt. Wanneer er een manier
gevonden kan worden om in de voorliggende situatie een compromis te
sluiten dan is hij daar nog steeds voor.
De heer VAN HULST stelt dat, gezien de nog te verwachten
levensduur van de betrokken bomen, geen haast gemaakt behoeft te worden
met een herinrichting van dit gebied. Er bestaat een bijzondere waarde
ring voor dit stuk landschap en dat moet zo blijven. Op de vraag of het
bestemmingsplan mogelijkheden biedt het verleggen van sloten te voorko
men heeft hij nog geen antwoord ontvangen.
Met verwijzing naar de eikenbeplanting langs oude Napoleons
wegen stelt de VOORZITTER dat de betrokken eikenbomen nog een zeer fors
aantal jaren in een goede gezondheid kunnen blijven staan, dit in
tegenstelling tot bijvoorbeeld populieren, die.na 30 a 40 jaar al een
levensgevaarlijke situatie kunnen opleveren. De bestemmingsplanverorde
ning kent inderdaad de mogelijkheid om van gemeentewege maatregelen van
bestuursdwang te nemen om daarmee bepaalde aktiviteiten tegen te gaan.
Of in deze situatie het verleggen van sloten de oorzaak is geweest van
het omwaaien van deze bomen valt niet te bewijzen. Bij het College be
staat de indruk dat dit niet het geval is geweest. Bij een bezoek ter
plaatse heeft het College toch veel begrip en respect aangetroffen bij
de betrokken eigenaar voor de situatie zoals die in het bestemmingsplan
is vastgelegd. Het College spreekt daarom de hoop uit dat het eindre
sultaat voor eenieder aanvaardbaar zal zijn.
Hierna wordt zonder hoofdelijke stemming besloten zoals op de
agenda is voorgesteld.
8. VOORSTEL OM AAN DE HEER MR. DRSTH. BOSSINK PER 1 FEBRUARI 1987
EERVOL ONTSLAG TE VERLENEN ALS GEMEENTESECRETARIS.
De heer VAN HULST stelt voor aan dit ontslag de voorwaarde te
verbinden dat de verwachte V.U.T.-uitkering ook zal worden toegekend.
De heer VAN YPEREN roemt de kwaliteiten van gemeentesecreta
ris Bossink en heeft om die reden grote moeite met deze ontslagaanvra
ge.
De VOORZITTER antwoordt dat dit besluit wordt genomen tegen
de achtergrond van toekenning van een V.U.T.-uitkering. Aansluitend
stelt hij de gemeentesecretaris in de gelegenheid het woord tot de Raad
te richten.
Secretaris BOSSINK zegt dat hij het functioneren als ambte
naar en gemeentesecretaris in de gemeente Nieuw-Ginneken nog niet moe
is. Het zijn echter nieuwe ontwikkelingen zoals de automatisering en de
gevolgen daarvan die voor hem de hoofdreden vormen om niet meer af te
wijken van zijn besluit tot vervroegde pensionering. Wanneer hij in
1987 drie'énzestig jaar oud zal worden hoopt hij nog een groot aantal
jaren van een redelijk goede gezondheid te kunnen genieten maar dan
moet hij toch niet te laat vertrekken. Zijn besluit is dan ook onher
roepelijk. Hij is het werken voor de gemeente, voor het College en voor
de Raad zeker nog niet moe, maar toch, er is een tijd van komen en er
is een tijd van gaan. De tijd van gaan is voor hem gekomen.