(fobs gemeente nieuw-qinneken juli Raad svergadering 8 juli 1986 Agenda Nr14 Klass. Nr.: -2.07.352 Onderwerp Mededelingen inzake de staat IV (financiering gemeentelijke investeringen). weg ida- >f 329 ken lan- dit 14 als en eze n de Ulvenhout, 1 juli 1986. Aan de Raad, In antwoord op vragen van de heer Van Harten in de raadsverga dering van 27 mei jl. aangaande de functie van de bij de ingekomen stukken voor u ter inzage gelegde staat IV, delen wij u het volgende mede Met de alsmaar aangroeiende conjunctuur in het begin van de jaren zestig had de regering er behoefte aan een instrument in handen te hebben om ook het gemeentelijk investeringsbeleid en de daaruit voort vloeiende financiering te beheersen. Daartoe is per 1 november 1963 de Wet kapitaaluitgaven publiekrechtelijke lichamen in werking getreden. Deze wet gaf de regering een drietal instrumenten in handen: a. de verplichting van een veilige financiering van de gemeentelijke kapitaaluitgaven b. het instellen van een leningplafond voor de lagere overheid (het maximeren van de te sluiten vaste leningen); c. het instellen van het instituut van centrale financiering (uitslui tend geldleningen aangaan bij een door de minister aangewezen in stelling) Het gestelde onder b is bij wet van 28 mei 1980 vervallen. Hiervan werd gebruik gemaakt van 1 november 1963 t/m december 1965. Ook het instituut van centrale financiering genoemd onder c is in de jaren zeventig ingevoerd geweest, maar sedert de invoering van deze wet tot heden, is de verplichting van een veilige financiering van de gemeentelijke kapitaaluitgaven nog steeds van kracht. Ter uitvoering van deze verplichting moet iedere gemeente voor de 15e van iedere maand de staat IV aan Gedeputeerde Staten inzenden. Deze staat geeft per de 1e van iedere maand een inzicht in de liquidi teitspositie van de gemeente, alsmede in het door Gedeputeerde Staten goedgekeurde investerings- en financieringsverwachtingspatroon voor de komende 15 maanden. De aan de hand van het hiervoor staande berekende netto-kapitaalbehoefte mag de zgn. kasgeldnorm (25% inkomsten begro ting gewone dienst) niet overschrijdènIs er wel sprake van over schrijding dan zal minimaal tot het overschrijdingsbedrag een vaste lening met een looptijd van langer dan 1 jaar moeten worden aangegaan. Omdat, zoals vermeld, deze staat een inzicht geeft in het in vesterings- en financieringsverwachtingspatroon, hebben wij het nuttig geoordeeld deze staat ook aan uw Raad ter kennis te brengen. Ter verkrijging van een inzicht in de investeringsaktiviteiten wordt ook de staat van de daaraan voorafgaande maand ter inzage gegeven.

Raadsnotulen en jaarverslagen

Nieuw-Ginneken - Notulen en bijlagen van de gemeenteraad | 1986 | | pagina 249