NOTULEN VAN DE VERGADERING VAN DE GEMEENTERAAD VAN 30 SEPTEMBER 1986.
Aanwezig de leden van de Raad:
de dames F.W.M. Bogmans en W. Hout-Moermond
de heren J.B.A. van Gestel, H.M.C.J. van Gils, J.H. van
Gils, drs. A. van Harten, A.T.M. van Hulst, F.L.M.
Paulussen, G. Posthuma, J.A. Rops, P.H.M. Teunissen,
J.C. van der Westerlaken, W.Ch. Willemsen, P. van Yperen
en B. Zwijnenburg;
Voorzitter: drs. M.J.H. van de Ven;
Secretaris: mr. Th. Bossink.
De VOORZITTER opent de vergadering met het gebruikelijke
gebed en heet eenieder hartelijk welkom.
Vervolgens stelt hij aan de orde:
1. NOTULEN VAN DE VERGADERINGEN VAN 26 AUGUSTUS 1986 EN 9 SEPTEMBER
1986.
Zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming worden zowel de
notulen van 26 augustus 1986 als de notulen van 9 september 1986
ongewijzigd vastgesteld.
2. INGEKOMEN STUKKEN.
Bij punt f. vraagt de heer VAN DER WESTERLAKEN of het
mogelijk is in het kader van een werklozenproject te komen tot herbouw
van de Pekhoeveschuur
Wethouder VAN GILS zegt toe dat deze mogelijkheid onderzocht
zal worden; wanneer die mogelijkheid aanwezig is zal dat leiden tot
voorfinanciering door de gemeentetevens is daaraan echter het risico
verbonden dat uiteindelijk geen schade-uitkering zal plaatsvinden.
Onder nis ter inzage gelegd een rapport van de Grontmij te
Breda inzake een bodem- en grondwateronderzoek in bestemmingsplan De
Bunder. Mevrouw BOGMANS vraagt zich af of nu juist de Grontmij wel de
aangewezen instantie is om dit onderzoek uit te voeren en wel in rela
tie tot de in de nabijheid van dit bestemmingsplan door voornoemde
maatschappij geëxploiteerde afvalstoffenberging.
Wethouder VAN GILS antwoordt dat het College altijd een
onderscheid heeft gemaakt ten aanzien van de adviserende taak betref
fende een groot aantal zaken en de beheersfunktie van de Grontmij
t.a.v. de Afvalstoffenberging BavelHet College is ervan overtuigd dat
het een objectieve rapportage ontvangt over alle zaken waarover zij
advies vraagt bij de GrontmijDaarnaast is het aantal onderzoeks
bureau' s dat adviseert ten aanzien bodem- en grondwaterverontreiniging
zeer beperkt en de Grontmij heeft daarin een grote naam opgebouwd.
Overigens is het de eerste maal dat een heel bestemmingsplan op
aanwezigheid van verontreinigingen is onderzocht. Dit is mede op
verzoek van Woningbouwvereniging St. Laurentius gebeurd.